OBJ_BUCH-828-006.book Page 53 Friday, July 1, 2016 12:52 PM
Tegellaser
Beschermingsklasse
1) De reikwijdte kan afnemen door ongunstige omgevingsomstan-
digheden (zoals fel zonlicht).
2) De hoeknauwkeurigheid tussen de 45°-laserlijn en de 90°-laser-
lijn bedraagt max. ±0,4 mm/m.
Het serienummer 5 op het typeplaatje dient voor de eenduidige
identificatie van uw meetgereedschap.
Montage
Batterijen inzetten of vervangen
Voor het gebruik van het meetgereedschap worden alkali-
mangaanbatterijen geadviseerd.
Als u het batterijvakdeksel 6 wilt openen, drukt u op de
vergrendeling 7 en klapt u het batterijvakdeksel open.
Plaats de batterijen. Let daarbij op de juiste poolaanslui-
tingen, zoals aangegeven op de binnenzijde van het batte-
rijvak.
Als de batterij-indicatie 8 knippert, zijn de batterijen bijna
leeg. Nadat de laserstralen voor het eerst knipperen, kan
het meetgereedschap nog ca. 2 uur worden gebruikt.
Als de batterij-indicatie 8 constant brandt, zijn geen me-
tingen meer mogelijk. Het meetgereedschap wordt na
korte tijd automatisch uitgeschakeld.
Vervang altijd alle batterijen tegelijkertijd. Gebruik alleen
batterijen van één fabrikant en met dezelfde capaciteit.
Neem de batterijen uit het meetgereedschap als u
het langdurig niet gebruikt. Als de batterijen lang
worden bewaard, kunnen deze gaan roesten en leegra-
ken.
Gebruik
Ingebruikneming
Bescherm het meetgereedschap tegen vocht en fel
zonlicht.
Stel het meetgereedschap niet bloot aan extreme
temperaturen of temperatuurschommelingen. Laat
het bijvoorbeeld niet lange tijd in de auto liggen. Laat
het meetgereedschap bij grote temperatuurschomme-
Bosch Power Tools
lingen eerst op de juiste temperatuur komen voordat u
GTL 3
het in gebruik neemt. Bij extreme temperaturen of
IP 54 (stof- en spat-
temperatuurschommelingen kan de nauwkeurigheid
waterbescherming)
van het meetgereedschap nadelig worden beïnvloed.
Voorkom heftige schokken of vallen van het meet-
gereedschap. Door beschadigingen van het meetge-
reedschap kan de nauwkeurigheid worden geschaad.
Vergelijk na een heftige schok of val de laserlijnen of
loodstralen ter controle met een bekende horizontale
of verticale referentielijn of met gecontroleerde lood-
punten.
In- en uitschakelen
Als u het meetgereedschap wilt inschakelen, drukt u op
de aan/uit-toets 3. Het meetgereedschap zendt onmid-
dellijk na het inschakelen drie laserlijnen 0°, 45° en 90°
uit de openingen 1. Bovendien brandt de batterij-indica-
tie 8 gedurende 3 seconden.
Richt de laserstraal niet op personen of dieren en
kijk zelf niet in de laserstraal, ook niet vanaf een
grote afstand.
Als u de aan/uit-toets 3 voor de tweede keer indrukt,
schakelt het meetgereedschap over van de modus met
3 lijnen naar de modus met 2 lijnen: Alleen de 0°- en 90°-
laserlijn worden nog aangegeven.
Als u het meetgereedschap wilt uitschakelen, drukt u een
derde keer op de aan/uit-toets 3.
Automatische uitschakeling deactiveren
Het apparaat wordt automatisch uitgeschakeld na een be-
drijfsduur van 30 minuten.
Als u de automatische uitschakeling wilt deactiveren,
houdt u bij het inschakelen van het meetgereedschap de
aan/uit-toets 3 3 seconden ingedrukt. Nadat de automati-
sche uitschakeling is gedeactiveerd, knipperen de laserlij-
nen na het inschakelen kort ter bevestiging.
Laat het ingeschakelde meetgereedschap niet on-
beheerd achter en schakel het meetgereedschap
na gebruik uit. Andere personen kunnen door de la-
serstraal verblind worden.
Als u de automatische uitschakeling wilt activeren, scha-
kelt u het meetgereedschap uit en door kort indrukken
van de aan/uit-toets 3 weer in. Na het inschakelen knippe-
ren de laserlijnen niet.
Nederlands | 53
1 609 92A 1Z2 | (1.7.16)