LR 1.book Seite 23 Dienstag, 9. September 2008 1:03 13
Druk eenmaal op de toets „Tolerantie" 1 om de momentele
waarde weer te geven. De waarde wordt in de ingestelde
maateenheid weergegeven.
Als u meermaals op de toets „Tolerantie" 1 drukt, ver-
andert de instelling (zie tabel).
Maateenheid instellen
Druk eenmaal op de toets „Maateenheid" 3 om de
momentele instelling weer te geven. Als u meermaals
op de toets „Maateenheid" 3 drukt, verandert de
instelling (zie tabel).
LED-helderheid wijzigen
De LED-laserhoogte-indicatie 5 geeft de positie van de ont-
vanger in verhouding tot de laserstraal aan (zie hoofdstuk
„Display en geluidssignalen").
Druk tegelijkertijd op de toets „Maateen-
heid" 3 en de toets „Geluidssignaal" 2 om de
helderheid van de LED te wijzigen (zie tabel).
Als de LED's uitgeschakeld zijn, gaan de batterijen langer
mee.
Ontvanger in gebruik nemen
Monteer de ontvanger in de gewenste positie op de meetlat
en richt het ontvangstveld op de laser uit.
Als de laserstraal zich niet op de hoogte
van het nulpunt bevindt, klinkt een geluid-
signaal en branden de rode LED's 5. In het
display verschijnt de hoogtepijl en de meet-
waarde geeft aan hoe ver het nulpunt ver-
wijderd is. Breng het nulpunt in het ont-
vangstveld op de hoogte van de laserstraal.
Beweeg de meetlat in de bijbehorende rich-
ting. Bij het bereiken van het nulpunt klinkt
een hoog en luid geluid, de groene LED 5
brandt.
Capture-functie (HOLD): Met de Cap-
ture-functie kunt u een meetwaarde in het
display vasthouden. Als de ingeschakelde
ontvanger zich niet op het laserniveau
bevindt en u vervolgens op de AAN/UIT
(Capture)-toets 4 drukt, klinkt een pieptoon
met tussenpozen (als de pieptoon eerst uit-
geschakeld was, wordt deze nu met een
zacht geluidsvolume ingeschakeld). In het
display verschijnt „WAIT" (wachten). Hier-
mee wordt de geactiveerde Capture-functie
bevestigd. Breng nu de ontvanger in het
laserniveau (en richt indien nodig de meet-
lat loodrecht uit). Na ca. 5 seconden klinkt een snel sjirpend
geluid. Hiermee wordt het vasthouden van de meetwaarde
bevestigd. Neem de ontvanger uit het laserniveau en lees in
alle rust de knipperende meetwaarde af. Druk op een wil-
lekeurige toets als u nog een meting wilt uitvoeren.
Menu-instellingen
Opmerking: Voer alleen wijzigingen in het menu uit wan-
neer u bijzondere eisen ten aanzien van het meten heeft.
Druk tegelijkertijd op de toets „Tolerantie" 1
en de toets „Geluidssignaal" 2 gedurende
minstens 3 seconden om de menu-instellingen
te wijzigen.
Menuopdrachten:
1. Doorbladeren
2. Selectie bevestigen
3. Submenu wijzigen
4. Selectie bevestigen
5. Menu verlaten
Menufuncties
SENS
Hiermee wijzigt u de ontvangstgevoeligheid
AVG
Hiermee wijzigt u het type gemiddeldenbereke-
ning
D.R.O.
Hiermee schakelt u de mm-indicatie uit of op 0,1
UNIT
Hiermee wijzigt u de maateenheid
FRC.R.
Hiermee kort u breuken af (Amerikaanse maa-
teenheid)
ARRW
Pijl als ontvangstveld/nauwkeurigheid
O.O.B.
Laserverlies-indicatie AAN/UIT
GRD.A. Continugeluid gewenste hoogten AAN/UIT
A.S.O.
Uitschakelen na 0,5 uur of 24 uur gedeactiveerd
TX.O.L.
Laser kantelalarm-rotatie instellen
TX.O.B. Laser batterijwaarschuwing-rotatie instellen
INFO
Apparaatinformatie
Automatische uitschakeling (A.S.O.):
0.5
Na 30 minuten*
OF
Gedeactiveerd: duur AAN.
24
Uitschakeling na 24 uur.
Laserverlies-indicatie (O.O.B.):
Rollende pijl wijst naar laserniveau (25 s)
ON
Laserverliesindicatie AAN
OFF
Laserverliesindicatie UIT*
Ontvangstgevoeligheid (SENS):
Ten opzichte van laser- en andere lichtbronnen.
MD
Normaal**
HI
Hoog: Voor lasers met gering uitgangsvermogen, of
voor zeer grote afstanden
LO
Gering: Wanneer andere licht- of reflectiebronnen
storen.
Hoogtebewakingsalarm
GRD.A. (Grade Alarm):
Het continue geluidssignaal bij gewenste hoogte kan uitge-
schakeld worden; boven of onder de gewenste hoogte klin-
ken de gebruikelijke geluidssignalen:
ON
Alarm AAN (midden-continugeluid UIT)
OFF
Alarm UIT (midden-continugeluid AAN)*
* Fabrieksinstellingen
23