Trek nooit aan de handgreep voor de
startmotor wanneer de motor draait.
Hierdoor kan de motor beschadigd raken.
Zet de schakelaars (7, 8) naar de stand
ON (AAN) om de stroomuitgangen in te
schakelen.
De motor stoppen
Schakel alle elektrische apparaten uit of
ontkoppel ze voordat u de motor stopzet.
Zet de schakelaars (7, 8) in de stand OFF
(UIT).
Zet de ontstekingssleutel in de stand OFF
(UIT).
Draai de benzinekraan naar de stand OFF
(UIT).
Vóór gebruik
Zet de motor aan, zoals hierboven staat
beschreven, en laat deze ongeveer 3
minuten stationair draaien.
Controleer of de motor op de juiste manier
draait en of er geen ongebruikelijke geluiden
of trillingen merkbaar zijn.
Stop de motor en laat deze controleren door
een geautoriseerde werkplaats wanneer er
een ongebruikelijke situatie plaatsvindt.
Gebruik
Sluit een kabel voor intensief gebruik aan op
de aardingspool (11) van de generator en
een externe aardingsverbinding.
Sluit de apparaten die van stroom moeten
worden voorzien aan op de stroomuitgangen
(9, 10, 12).
Zet de hoofdschakelaar van de
stroomuitgangen in de stand ON (AAN). Zet
de aangesloten apparaten een voor een aan,
nooit tegelijkertijd. Zet eerst de apparaten
aan die de meeste stroom verbruiken.
Gebruik nooit schijnwerpers met andere
soorten elektrische apparatuur.
Als een apparaat defect is, te langzaam
werkt of plotseling stopt wanneer deze op
de generator is aangesloten, schakelt u het
onmiddellijk uit. Controleer het aangesloten
apparaat op defecten.
LET OP! Blijf zoveel mogelijk binnen de
nominale vermogenslimiet van de generator.
Als de 12 V-uitgang van de generator
overbelast is, wordt de stroomonderbreker
geactiveerd en de generator uitgeschakeld.
Schakel de motor uit, schakel een of meer
aangesloten apparaten uit en druk op de
herstelknop (8). Start de generator opnieuw
op en gebruik een lagere belasting.
De generator mag niet langer dan 30
minuten op de maximale uitvoer worden
gebruikt.
Transport en opslag
Als de generator langer dan 2 maanden niet
gebruikt wordt, moet de volgende procedure
worden uitgevoerd voordat de generator
wordt opgeborgen:
Maak de brandstoftank leeg.
Maak de carburateur leeg door de schroef (A)
los te draaien en de benzine op te vangen in
een geschikte container.
A
Reinig de buitenkant van de generator.
Vervang de motorolie.
NL
97