deze spanningsreductie gaat ook het toerental van de
vibratiemotor terug.
Het afleesvenster
Het afleesvenster bestaat uit een LCD-display 4
alsook contrastrijke lichtdiodes (LED's) 3, die gelijk- en
wisselspanningen weergeven in stappen van 12, 24, 50,
120, 230, 400, AC 690 V/ DC 750 V. Bij de aangegeven
spanningen gaat het om nominale spanningen. In dit
LCD-display worden de overschrijding van de bovenste
grenswaardes van laagspanningen (ELV) 5, de fase 6,
de symbool voor doorgang 7, de draaiveldrichting 8
en 9, de exacte spanningswaarde , de polariteit bij
gelijkstroom en als ook een symbool voor te lage
batterijspanning aangegeven. Het meetbereik voor de
traploze spanningsmeting wordt automatisch ingesteld.
Tot ca. 80 V wordt de waarde met een decimaalpunt aan-
gegeven. Bij hogere waardes vervalt deze decimaalpunt.
2.1 Meetpuntverlichting
Meetpuntverlichting wordt door het indrukken van de
druktoets op de testhandel L1 A bij een ingescha-
keld apparaat geactiveerd. Al naar gelang de lichtsterkte
treedt een automatische inschakeling van de LCD-ach-
tergrondverlichting in werking.
LET OP:
Voor de meetpuntverlichting moet de aanduiding 0,0 V
zijn, anders activeert de spanningstester de hold-functie.
2.2 HOLD-functie
Wordt tijdens een spanningstest de druktoets op de
testhandel L1 A ingedrukt en ingedrukt gehouden, dan
wordt de laatst gemeten waarde knipperend weergege-
ven. De spanningstester kan van het meetpunt worden
afgenomen en worden uitgelezen (DATA-HOLD). Wissen
geschiedt door het loslaten van de druktoets.
LET OP:
Bij de lastinschakeling, langer dan 1,5 seconde indruk-
ken, wordt de Hold-functie geactiveerd!
3.
Testen van de functies.
-
Direct voor gebruik de spanningstester controleren
op functies.
-
Activering van de spanningstester
•
controlespitsen kortsluiten
•
de spanningstester inschakelen via een druk op
de toets in testhandel L1 A en deze ingedrukt
houden.
•
de zoemer weerklinkt, alle segmenten van het
LCD-display evenals achtergrond - en meetpunt-
verlichting moeten in werking zijn
-
Alle functies controleren aan bekende spannings-
bronnen.
•
Gebruik bijv. een autoaccu voor de gelijkspan-
ningstest.
•
Gebruik bijv. een 230 V wandcontactdoos voor
de wisselspanningstest.
•
Verbindt beide controle-elektroden voor de
functie controle van de doorlaatcontole.
•
Vervang de batterijen indien nodig.
Gebruik de spanningstester niet, als niet alle functies
foutloos werken.
4.
Zo meet u wisselspanningen
-
Leg de contactelektroden van de meetpennen A
en B aan de te meten onderdelen van de installatie.
-
De spanningstester schakelt zichzelf in bij een voor-
handen meetspanning (6 V) en geeft de spannings-
waarde aan in het display (tot ca. 80 V met deci-
maalpunt!).
-
Bij wisselspanning vanaf 6 V worden in het dis-
play de spanningswaarde alsook het plus- en
minussymbool zichtbaar. Tegelijkertijd lichten alle
LED's op tot aan de waarde van de aanliggende
spanning.
-
Bij bediening van beide druktoetsen wordt in de
testhandel L2 B, vanaf een aanliggende spanning
12/ 2008
DUSPOL
van ca. 200 V, een vibratiemotor in gang gezet. Bij
stijgende spanning wordt het toerental hoger.
Let er onvoorwaardelijk op, dat u de spanningstester
alleen vasthoudt aan de geïsoleerde handgrepen van de
testhandels L1 A en L2 B, het afleesvenster niet afdekt
en dat u niet in aanraking komt met de contactelektro-
den.
Opmerking:
De weergave in het LCD-display 4 kan beïnvloed wor-
den door ongunstige lichtomstandigheden.
4.1 Zo meet u de fase bij wisselspanning.
-
Fasetest is mogelijk in een geaard net vanaf 230 V.
-
Omvat volledig beide handgrepen A en B van de
testhandels L1 en L2 (lekstroom bij fasetest via test-
handel L1!).
-
Schakel de spanningstester in door een korte druk
op de druktoets op de testhandel L1 A (blijft ca.
10 seconden ingeschakeld). Bij een ingeschakeld
apparaat laat het de melding "0,0" zien!
-
Leg de contactelektrode van de meetpen L1 A
aan het te meten onderdeel.
Let er onvoorwaardelijk op, dat bij de éénpolige test
(fasemeting) de contactelektrode van testhandel L1 A en
L2 B niet wordt aangeraakt.
Als in het display van de LCD-weergave 4 het symbool
„ " 6 verschijnt ligt aan het nu gemeten onderdeel de
fase van een wisselspanning.
Opmerking
De weergave in het LCD-display 4 kan worden beïin-
vloed door ongunstige lichtverhoudingen, beschermende
kleding en isolerende arbeidsomstandigheden.
5.
Zo meet u gelijkspanningen
-
Leg de contactelektroden van de meetpennen A
en B aan de te meten onderdelen van de installatie.
-
Bij een aanliggende spanning van minimaal 6 V
wordt het apparaat automatisch ingeschakeld en
wordt in het display de spanningswaarde weergege-
ven.
-
Bij spanningstesten onder 6 V kan de spanningstes-
ter orden ingeschakeld door even op de druktoets
in de testhandel L1 A te drukken.
-
Bij gelijkspanning vanaf 6 V worden in het display de
spanningswaarde alsook het plus- en minus-
symbool zichtbaar. Tegelijkertijd lichten alle LED's
op tot aan de waarde van de aanliggende spanning.
-
Bij bediening van beide druktoetsen wordt in de
testhandel L2 B, vanaf een aanliggende spanning
van ca. 200 V, een vibratiemotor in gang gezet. Bij
stijgende spanning wordt het toerental hoger.
5.1 Zo meet u de polariteit bij gelijkspanning
-
Leg de contactelektroden van de meetpennen A
en B aan de te meten onderdelen van de installatie.
-
Bij een aanliggende spanning van minimaal 6 V
wordt het apparaat automatisch ingeschakeld en
wordt in het display de spanningswaarde weergege-
ven.
-
Bij spanningstesten onder 6 V kan de spanningstes-
ter worden ingeschakeld door even op de druktoets
in de testhandel L2 B te drukken.
-
Door een "+" c.q. een "-" symbool wordt de
polariteit van de aanliggende gelijkspanning weerge-
geven. Daarbij is de aangegeven pool die, die aan
ligt aan de testhandel L1 A met het afleesvenster .
6.
Zo meet u de draaiveldrichting van een draai-
stroomnet
-
Testen van de draaiveldrichting is mogelijk vanaf
230 V wisselspanning (fase tegen fase) in een
geaard draaistroomnet.
-
Omvat volledig de handgrepen A en B van de
testhandels L1 en L2. (Lekstroom bij testen van de
draaiveldrichting via testhandel L1!).
-
Leg de contactelektroden van de meetpennen A
digital LC
®
44