Dubbeltikken op een grip chip activeert de greep. Tik tweemaal snel op een grip chip, net zoals dubbelklikken met
een computermuis. De LED op de grip chip knippert eenmaal als het tikken is geslaagd.
OPMERKING: er is een pauze van drie seconden tussen elke dubbele tik vereist. De pauze voorkomt dat de grip
chip in een zeer korte tijd meerdere tikken verkeerd detecteert. Dit kan ertoe leiden dat de hand in een greep komt
en deze onmiddellijk weer los laat.
Nabijheidsbesturing en tikken werken alleen als de i-Digits volledig is geopend of de vingers in open toestand
stilstaan.
De afzonderlijke grip chips worden geprogrammeerd met de Biosim-app en de My i-Limb-app en kunnen op elk
moment door de gebruiker opnieuw worden geprogrammeerd.
I-DIGITS MONTAGE VAN HET HULPMIDDEL
1. POLSBAND, DUMMYPOSITIE EN VINGERCONSTRUCTIE
Positionering van de dummy van de kokersluiting
Plaats de dummy van de kokersluiting op het dorsale oppervlak van de positieve mal. De positie moet centraal
staan op de middellijn van de pols- en ellebooggewrichten. Laat 30 mm ruimte tussen de dummy van de
kokersluiting en het midden van het polsgewricht om een goed bewegingsbereik bij de pols van de gebruiker
mogelijk te maken (Fig. 6).
Vinger vanaf de knokkel verwijderen
Gebruik afhankelijk van de versie van het hulpmiddel de T6- of T8-schroevendraaier om de M3-kartelmoer uit het
knokkelblok te verwijderen (Fig. 7).
De vinger kan nu volledig worden losgemaakt van het knokkelblok.
Extra kleine en middelgrote vingers
De vorm van de montageplaat van de knokkel is afhankelijk van de grootte van de kit.
Zie figuur 8 voor middelgrote vingers.
Zie figuur 9 voor extra kleine vingers.
Montageplaat voor de knokkels
Aan de knokkelmontageplaat kunnen vier vingers worden bevestigd. Pas de grootte van de montageplaat aan het
gewenste aantal vingers aan (Fig. 10).
De knokkelmontageplaat bevestigen
– Gebruik de T6-schroevendraaier om het knokkelblok met drie M2x6 mm Torx-schroeven aan een
knokkelmontageplaat te bevestigen (Fig. 11).
– Lamineringspootjes kunnen naar wens worden gebogen of ingekort.
– Overweeg vervaardiging alvorens pootjes in te korten en te verwijderen aangezien er enige lengte van de
pootjes nodig is om de plaat aan het frame te kunnen bevestigen.
Bevestigen van vingers aan het knokkelblok
– Buig de vinger enigszins om de montage te vergemakkelijken.
– Plaats de vinger stevig in het knokkelblok.
– Draai de schroef vast met een aanhaalmoment van 1 Nm (Fig. 12).
OPMERKING: schroeven mogen maar één keer worden gebruikt.
2. UITLIJNINGSOVERDRACHT
Duimuitlijning
– Gebruik de duimuitlijningsplaat voor het plaatsen van de duimmontageplaat (Fig. 13).
– Zet de duimuitlijningsplaat met drie M2x5 mm-schroeven vast aan de wijsvingerpositie van de
knokkelmontageplaat.
177