HANDLEIDING VOOR MONTAGE,
GEBRUIK EN ONDERHOUD
VOOR UW VEILIGHEID
Belangrijk: lees deze instructies grondig zodat
u zich vertrouwd maakt met het toestel voordat
u het toestel verbindt met de gasfles. Bewaar
deze instructies om ze in de toekomst te kunnen
raadplegen.
- Enkel in openlucht gebruiken
- Waarschuwing: toegankelijke onderdelen kunnen
zeer warm zijn. Hou jonge kinderen weg van dit
toestel.
- Controleer of de dichtingen (tussen het toestel
en de gasfles) op hun plaats zitten en dat deze
in goede conditie zijn voordat de gasfles gemon-
teerd wordt.
Rubberen dichting
beschadigd of versleten zijn.
beschadiging is aan de fles of indien deze niet
goed werkt.
- Het toestel moet op voldoende afstand van
brandbare materialen gebruikt worden. De mini-
mum afstand tot wanden of plafonds bedraagt
1 m.
- Het vervangen van de gasfles mag enkel
buitenshuis gebeuren en niet in de buurt van
ontstekingsbronnen zoals vuur, waakvlammen,
NL
elektrische vuren en weg van andere mensen.
- Indien er een gaslek is op uw toestel (gasreuk),
neem het onmiddellijk mee naar buiten in een
voldoende geventileerde omgeving vrij van vuur
waar de gaslek kan worden opgespeurd en
gestopt.
- Als u gaslekken wil controleren op uw toestel
doe dit steeds in de open ruimte.
-Speur de gaslekken niet op door middel van een
gasvlam maar door gebruik van zeepwater.
- Indien u gas ruikt:
1) Draai de gastoevoer van het toestel uit
2) Doof ieder vuur
3) Open het deksel
4) Bel onmiddellijk uw gasdistributeur of de
brandweer als de geur niet verdwijnt
5) Bewaar of gebruik geen benzine of andere
ontvlambare dampen en vloeistoffen in de
nabijheid van dit of enig ander toestel
6) Berg de fles buitenshuis op in een goed
verluchte ruimte
- Reserve gasflessen of andere brandstoffen mo-
gen niet dichter dan 3m van het toestel bewaard
worden.
- Onzorgvuldige monteren kan gevaarlijk zijn. Volg
de instructies nauwkeurig op.
- Nadat het toestel gedurende een lange periode
niet gebruikt is moet het toestel voor gebruik
gecontroleerd worden op gaslekken. Ook moet
er gecontroleerd worden of de branderopenin-
gen niet verstopt zijn.
- Laat het toestel tijdens gebruik nooit onbeheerd
achter. Verplaats het nooit tijdens gebruik.
nen of keramische briketten.
MONTAGE VAN EEN GASFLES (GASPATROON-
OF CARTOUCHE)
schroefkoppeling gevuld met een butaan/ propaan
mengsel. Enkel de volgende flessen mogen
gebruikt worden:
C500 of C250
Het kan gevaarlijk zijn om andere type flessen
17
-