nEDERLanDs
LED‑werklicht (Afb. A)
Het LED‑werklicht
15
wordt ingeschakeld wanneer u de aan/
uit‑schakelaar indrukt. Wanneer u de aan/uit‑schakelaar loslaat,
blijft het werklicht tot wel 20 seconden lang branden.
nB: Het werklicht is bedoeld voor het verlichten van
het werkoppervlak in de onmiddellijke nabijheid en het
is niet de bedoeling dat u het licht gebruikt zoals u een
zaklantaarn gebruikt.
In‑ en uitschakelen (Afb. C)
Om veiligheidsredenen is de Aan/Uit‑schakelaar
gereedschap voorzien van een knop voor vergrendeling in de
Uit‑stand
1
.
Ontgrendel het gereedschap door de knop voor vergrendeling
in de Uit‑stand in te drukken.
U kunt de machine in werking zetten door op de Aan/
Uit‑schakelaar
2
te drukken. Zodra u de Aan/Uit‑schakelaar
loslaat wordt de knop voor vergrendeling in de Uit‑stand
automatisch ingeschakeld zodat wordt voorkomen dat de
machine onbedoeld wordt gestart.
OPMERKING: Schakel het gereedschap niet in of
uit wanneer het zaagblad het werkstuk of andere
materialen raakt.
Ondersteuning van het werkstuk (Afb. J–M)
WAARSCHUWING: Beperk het risico van ernstig
persoonlijk letsel, ondersteun het werkstuk goed en
houd de zaag stevig vast zodat u niet de controle
over het gereedschap kunt verliezen.
Afbeeldingen J en K laten de juiste zaagpositie
zien. Afbeeldingen L en M laten een onveilige werksituatie
zien. Houd handen weg uit het zaaggebied.
Vermijd terugslag, ondersteun ALTIJD board‑ en plaatmateriaal
DICHTBIJ de zaagsnede, (Afb. J) en K)ONDERSTEUN board‑ of
plaatmateriaal NIET ver van de zaagsnede (Afb. L en M).
NEEM ALTIJD DE ACCU UIT VOOR U AANPASSINGEN UITVOERT!
Plaats het werk met de "goede" zijde — de zijde die er het
mooist moet uitzien — omlaag. De zaag zaagt omhoog, dus
splinters zullen te zien zijn aan de zijde van het werkstuk die
omhoog gericht is tijdens het zagen.
Zagen (Afb. J, K, M)
WAARSCHUWING: Probeer nooit dit gereedschap te
gebruiken door het ondersteboven op een werkoppervlak
te zetten en het materiaal naar het gereedschap te
voeren. Zet het werkstuk altijd stevig met klemmen vast
en voer het gereedschap naar het werkstuk, waarbij u het
gereedschap stevig met beide handen vasthoudt, zoals
wordt getoond in Afbeelding J.
Plaats het bredere gedeelte van de zaagvoet van de zaag op dat
gedeelte van het werkstuk dat stevig wordt ondersteund, niet
op een gedeelte dat valt wanneer de zaagsnede is voltooid. Als
voorbeeld, illustreert Afbeelding K de JUISTE manier voor het
afzagen van het uiteinde van een stuk materiaal. Zet het werk
altijd met klemmen vast. Probeer niet korte stukken materiaal
met de hand vast te houden! Denk er aan dat u vrijdragend en
112
overhangend materiaal moet ondersteunen. Ga voorzichtig te
werk wanneer u materiaal van onderaf afzaagt.
Het is belangrijk dat de zaag op volle snelheid draait voordat het
zaagblad het te zagen materiaal raakt. Wanneer u met zagen
begint met het zaagblad tegen het materiaal dat moet worden
gezaagd of met het zaagblad dat vooruit wordt geduwd in de
zaagsnede, kan dat terugslag tot gevolg hebben. Duw de zaag
naar voren met een snelheid waarbij het zaagblad zonder veel
moeite kan zagen. Hardheid en taaiheid kunnen variëren, zelfs in
hetzelfde stuk materiaal, en knoestige of vochtige delen kunnen
de zaag zwaar belasten. Duw de zaag, wanneer dit gebeurt
2
van uw
langzamer vooruit, maar wel zo stevig dat de zaag kan blijven
werken zonder veel verlies van snelheid. Wanneer u de zaag
met geweld voortduwt, kan dat leiden tot ruwe zaagsneden,
terugslag en oververhitting van de motor. Als het zo is dat uw
zaagsnede begint af te wijken van de zaaglijn, probeer dan
niet de zaaglijn weer te bereiken. Laat de schakelaar los en laat
het zaagblad volledig tot stilstand komen. U kunt dan de zaag
terugtrekken, opnieuw aanleggen en een nieuwe zaagsnede
beginnen enigszins binnen de verkeerde zaagsnede. U moet
in ieder geval de zaag terugtrekken als u de zaagsnede moet
verplaatsen. Wanneer u met geweld een correctie probeert uit
te voeren binnen de zaagsnede, kan de zaag vastlopen en dat
kan leiden tot terugslag.
LOOPT DE ZAAG VAST, LAAT DE AAN/UIT‑SCHAKELAAR DAN
LOS EN TREK DE ZAAG TERUG UIT DE ZAAGSNEDE. HET IS
BELANGRIJK DAT HET ZAAGBLAD RECHT IN DE ZAAGSNEDE ZIT
EN VRIJ VAN DE ZAAGRAND VOORDAT U OPNIEUW BEGINT.
Laat de schakelaar los, wanneer u de zaagsnede voltooit, laat
het zaagblad tot stilstand komen en til vervolgens pas de
zaag van het werk. Wanneer u de zaag optilt, zal de geveerde
telescopische beschermkap zich automatisch onder het
zaagblad sluiten. Denk eraan dat het zaagblad pas is afgedekt
als de beschermkap is gesloten. Reik niet om welke reden dan
ook onder het werk. Wanneer u de telescopische beschermkap
met de hand moet terugtrekken (zoals dat moet bij het begin
van insteekzagen), doe dat dan altijd met de terugtrekhendel.
nB: Let er bij het zagen van dunne stroken vooral goed op
dat de kleine afgezaagde delen niet binnen de onderste
beschermkap terechtkomen.
Invalzagen (Afb. O)
Een insteekzaagsnede is een zaagsnede die wordt gemaakt in
een vloer, wand of een ander vlak oppervlak.
1. Stel de zaagvoet van de zaag zo af dat het zaagblad op de
gewenste diepte zaagt.
2. Kantel de zaag naar voren en laat de voorzijde van de zool
op het te zagen materiaal rusten.
3. Trek met de hendel van de onderste beschermkap de
onderste beschermkap omhoog. Laat de achterzijde van
de zool zakken tot de tanden van het zaagblad bijna de
zaaglijn raken.
WAARSCHUWING: Zet de zaagbladbeschermkap nooit
vast in een opgehaalde stand. Verplaats de zaag nooit
naar achteren bij het invalzagen. Hierdoor kan de zaag
zich omhoog werken uit het werkoppervlak en dat kan
leiden tot letsel.