Het toestel is voorzien van drie werksnelheden. Om één van deze
snelheden te selecteren, moet de schakelaar (5) rechtsom gedraaid
worden (Fig.6).
5
6
Het toestel is voorzien van een timer. Om de tijdsduur van de werking
te selecteren, moet de knop (6) rechtsom gedraaid worden (Fig.7).
Zodra de knop van de tijdsduur wordt losgelaten, begint de timer
te werken. Wanneer de aanduiding "0" wordt bereikt, zal het toestel
uitgeschakeld worden.
6
7
Als lucht onder een tapijt moet geblazen worden, moet als volgt
gehandeld worden:
1. Draai de knoppen (7) linksom (Fig.8).
7
8
8
Na de werking en voordat eender welk type van onderhoud
uitgevoerd wordt, moet het volgende uitgevoerd worden:
1. Voer de fasen uit om het toestel in veiligheid te stellen (raadpleeg
de paragraaf
"HET TOESTEL IN VEILIGHEID
2. Breng het toestel naar de plaats waar het wordt opgeborgen.
Nadat de werkzaamheden zijn uitgevoerd, moet als volgt gehandeld
worden:
1. Voer de fasen uit om het toestel in veiligheid te stellen (raadpleeg
de paragraaf
"HET TOESTEL IN VEILIGHEID
2. Breng het toestel naar de plaats waar het onderhoud wordt
uitgevoerd.
1
1
7
9
NA DE WERKING
STELLEN").
ONDERHOUD
STELLEN").
2
2
AANDACHT: Wanneer de knop op ON wordt gepositioneerd,
is de functie van de timer niet geactiveerd.
AANDACHT: De tijdsduur kan ingesteld worden van een
minimum van 30 minuten tot een maximum van 180 minuten.
2. Plaats het tapijt onder de plaat (8) (Fig.9).
3. Bevestig het tapijt door de knoppen (7) rechtsom aan te draaien.
AANDACHT: Berg het toestel op in een gesloten omgeving,
op een vlakke ondergrond. Nabij de machine mogen geen
voorwerpen aanwezig zijn die in geval van contact met de
machine beschadigd kunnen worden of de machine zelf
kunnen beschadigen.
3. Gebruik een stofzuiger om de onzuiverheden uit de luchtinlaat (1)
te verwijderen (Fig.1).
4. Gebruik een stofzuiger om de onzuiverheden uit de luchtuitlaat
(2) te verwijderen (Fig.2).
5. Gebruik een vochtige doek om de buitenzijde van het toestel te
reinigen (Fig.3).
3
100