4-4 WIELVERVANGING
Na een bepaald gebruiksperiode moet
de vervanging van een wiel of
meerdere wielen uitgevoerd worden.
Verwijder het oude wiel voor de
vervanging door de twee schroeven
(V) af te schroeven en vervang het
wiel.
PT
NL
4-5 VERVANGING VAN DE KRANS
VAN DE REDUCEERKOP OF VAN
ANDER RADERWERK BINNENIN
HET CARTER
Met de tijd zal de krans van de
reduceerkop een slijtage vertonen en
veroorzaakt daardoor een speling
180
en geluid. Moeilijker wordt het indien
één van de interne raderwerken
vervangen dient te worden.
Voor de vervanging als volgt te werk
gaan en zich ook op de betreffende
illustratie uit hoofdstuk 7 betrekken.
1) Demonteer de Aandrijver van het
steunstuk.
2) Verwijder de motor door op de 4
bevestigingsschroeven te handelen
Fig.24
3) Verwijder de olie uit de Aandrijver
door deze om te keren en giet
vervolgens de olie in een opvangbak
voor de navolgende verwerking.
Giet
de
olie
overhandig het aan personen met
bevoegde opvangbakken voor de
verwerking (mechanicus, enz.).
4) Open, zoals in de illustratie
aangetoond, het luik en verwijder de
betrekkelijke as-krans-raderwerkgroep.
5) Demonteer met een uitwerper de
groep en begin bij de lagers.
6) Monteer opnieuw de groep aan de
pers met het nieuwe vervangen
onderdeel en monteer in omgekeerdeop
de toestand van de pakkingen en hun
juiste montage.
7) Herstel het juiste oliepeil zoals
Fig.25
beschreven in paragraaf 4-2 en monteer
zorgvuldig de motor opnieuw.
4-6 REINIGING VAN HET
De reiniging van het aanvoerapparaat
dient periodiek te worden uitgevoerd
d.m.v. een droge doek of penseel voor
het verwijderen van stof of zaagsel dat
zich gedurende de bewerkingen
gevormd heeft. Verhinder het gebruik
van oplosmiddelen en materiën die de
niet
weg,
maar
regelmatige werking van de machine
beschadigen kunnen. Gebruik geen
perslucht voor het verwijderen van
eventuele vuilafzettingen.
AANVOERAPPARAAT