GEBRUIKSAANWIJZING
NL
Zelfdiagnose
De machine kan een zelfdiagnose uitvoeren om de juiste werking van de leds op het bedieningspaneel en de
juiste uitlezing van de encoder te controleren.Ga naar het SET-UP menu om deze functie uit te voeren.
Tijdens de zelfdiagnose lichten alle leds op het paneel enkele seconden op om hun werking te controleren.
Zodra de leds uit zijn, gaat de machine automatisch over naar het uitlezen van de encoder. Door het wiel
handmatig (heen en weer) te draaien, geeft het display de exacte positie ervan weer. De waarde ligt tussen de
0 (nul) en 255.
Kalibreren
Ga als volgt te werk om de machine te kalibreren:
1. Monteer een wiel met een stalen velg met gemiddelde grootte op de as. Voorbeeld: 6" x 15" (± 1").
2. Stel de maat van het gemonteerde wiel in zoals beschreven in het hoofdstuk DE WIELMAAT INSTELLEN.
3. Ga naar het SET-UP menu:
4. Drukper
om de functie KALIBREREN weer te geven.
5. Start Breng een proefgewicht van 60 g op een willekeurige positie op de buitenkant aan.
6. Verplaats het proefgewicht van de buitenkant naar dezelfde positie aan de binnenkant.
7. Draai het wiel tot het gewicht zich op de stand 12 uur bevindt.
8. Einde van de kalibratie
Om de kalibratie in enig moment te annuleren, drukt u op
Verricht een handmatige start
Verricht een handmatige start
Verricht een handmatige start
103