De waakvlambrander blijft niet branden of gaat uit tijdens
het gebruik
Mogelijke oorzaken:
• De voedingsdruk van het gas is onvoldoende.
• De gaskraan of de gasklep is defect.
• Het thermokoppel is defect of onvoldoende verhit.
• Het thermokoppel is niet goed verbonden met de kraan of de
gasklep.
• De knop van de kraan of de gasklep wordt onvoldoende in-
gedrukt.
De hoofdbrander ontsteekt niet (ook al brandt de waakvlam)
Mogelijke oorzaken:
• De voedingsdruk van het gas is onvoldoende.
• De leiding of de inspuiter is verstopt.
• De gaskraan of de gasklep is defect.
• De brander is defect (uitgangsopeningen van het gas ver-
stopt).
21.3
GASOVEN
De waakvlambrander ontsteekt niet
Mogelijke oorzaken:
• De voedingsdruk van het gas is onvoldoende.
• De leiding of de inspuiter is verstopt.
• De gaskraan of de gasklep is defect.
• De ontstekingsbougie is niet goed verbonden of defect.
• De ontsteker of de bougiekabel is defect.
De waakvlambrander blijft niet branden of gaat uit tijdens
het gebruik
Mogelijke oorzaken:
• De voedingsdruk van het gas is onvoldoende.
• De gaskraan of de gasklep is defect.
• Het thermokoppel is defect of onvoldoende verhit.
• Het thermokoppel is niet goed verbonden met de kraan of de
gasklep.
• De knop van de kraan of de gasklep wordt onvoldoende in-
gedrukt.
De hoofdbrander ontsteekt niet (ook al brandt de waakvlam)
Mogelijke oorzaken:
• De voedingsdruk van het gas is onvoldoende.
• De leiding of de inspuiter is verstopt.
• De gaskraan of de gasklep is defect.
• De brander is defect (uitgangsopeningen van het gas ver-
stopt).
De verwarming kan niet worden geregeld
Mogelijke oorzaken:
• De gasklep is defect.
21.4
ELEKTRISCHE KOOKPLAAT
De plaat wordt niet warm.
Mogelijke oorzaken:
• De plaat is defect.
21.5
ELEKTRISCHE OVEN
Het apparaat wordt niet warm.
Mogelijke oorzaken:
10
• De regelthermostaat van de temperatuur is defect.
• De verwarmingselementen zijn defect.
• De veiligheidsthermostaat is geactiveerd.
De verwarming kan niet worden geregeld
Mogelijke oorzaken:
• De regelthermostaat van de temperatuur is defect.
21.6 GRILL
De grill functioneert niet
Mogelijke oorzaken:
• De energieregelaar is defect
• De verwarmingselementen zijn defect.
22 VERVANGING VAN ONDERDELEN
AANWIJZINGEN VOOR DE VERVANGING VAN ONDER-
DELEN.
• Schakel de elektrische voeding van het apparaat uit (indien
aanwezig), alvorens enige handeling te verrichten.
• Controleer telkens wanneer er een onderdeel van het gascir-
cuit vervangen is of er geen lekken zijn op de verbindingspun-
ten met het circuit zelf.
• Controleer na de vervanging van een onderdeel van het
elektrische circuit of de verbinding met de bedrading in orde
is.
22.1
GASKOOKPLAAT
Vervanging van de gaskraan.
• Demonteer het bedieningspaneel.
• Demonteer en vervang het onderdeel.
• Monteer alle onderdelen weer. Doe dit door de werkzaamhe-
den voor de demontage omgekeerd uit te voeren.
Vervanging van de waakvlambrander en van het ther-
mokoppel.
• Demonteer het bedieningspaneel.
• Verwijder de pannenroosters en de branders
• Draai de 3 schroeven waarmee de venturi aan de plaat is
bevestigd los, en trek de venturi ongeveer 10 cm naar buiten.
• Demonteer en vervang het onderdeel.
• Monteer alle onderdelen weer. Doe dit door de werkzaamhe-
den voor de demontage omgekeerd uit te voeren.
22.2
GLOEIPLAATHAARD GAS/SIMPLE SERVICE
Vervanging van de gaskraan en van de piëzo-ontsteker
• Demonteer het bedieningspaneel.
• Demonteer en vervang het onderdeel.
• Monteer alle onderdelen weer. Doe dit door de werkzaamhe-
den voor de demontage omgekeerd uit te voeren.
Vervanging van de hoofdbrander, de waakvlambrander,
het thermokoppel en de ontstekingsbougie.
• Demonteer de kookplaat.
• Demonteer het bedieningspaneel en de interne beschermin-
gen.
• Demonteer en vervang het onderdeel.
• Monteer alle onderdelen weer. Doe dit door de werkzaamhe-
den voor de demontage omgekeerd uit te voeren.