4 B - GEBRUIKSADVIES VOOR DE SAPCENTRIFUGE
1. Kies rijp en vers fruit uit.
2. Was het fruit en de groenten zorgvuldig voordat u ze in stukken snijdt en de
pit(ten) verwijdert.
3. Schil fruit met een dikke schil, zoals citroenen, sinaasappelen, pompelmoezen of
ananas (verwijder het binnenste).
4. Hoe sappiger het fruit is (zoals tomaten) des te langzamer moet de snelheid zijn
( vergelijk de tabel ter indicatie hierboven).
5. Als u druivensap, peer, bosbessen of zwarte bessen bereidt moet u het rooster
om de 1/2 kg schoonmaken.
6. Als u te rijpe vruchten centrifugeert krijgt u een nogal dikke vloeistof, en het
rooster zal geneigd zijn vaker dicht te raken. Dan moet u sneller het apparaat
reinigen. De frequentie waarmee u het reservoir zult moeten legen, is afhankelijk
van de kwaliteit van de groenten en het fruit dat u gebruikt.
7. Belangrijk : alle sappen moeten meteen geconsumeerd worden. In contact
met de lucht treedt er namelijk zeer snel verkleuring op, hetgeen de smaak
kan beïnvloeden. Appel- en perensappen worden snel bruin. Als u een paar
druppeltjes citroen toevoegt worden deze sappen minder snel bruin.
5. Gebruik van het citruspers-accessoire
(afhankelijk van het model)
1. De veiligheidsklemmen (H) losmaken.
2. Verwijder het deksel (C) en het rooster (D).
3. Plaats het rooster van de citruspers (L) op het vruchtvleesreservoir (E) met de
perskegel (K).
4. Bevestig het rooster van de citruspers (L) op het vruchtvleesreservoir (E) met de
veiligheidsklemmen (H).
5. Steek de stekker in het stopcontact.
6. Zorg ervoor dat de schenktuit goed in de lage stand staat. (fig 1)
7. Kies voor de laagste snelheid (J) en zet de schakelaar (I) op "On".
8. Pers de citrusvrucht.
27