9.
Beweeg de arm (en het element) over de juiste plaats op de weegschaal en laat het
element op de weegschaal zakken.
10. Als het gewicht te zwaar is, haal dan de arm omhoog en schuif het contragewicht
iets verder terug. Als het te licht is, schuif dan het contragewicht iets naar voren.
11. Herhaal stap 10 totdat u de door de fabrikant aanbevolen naalddruk heeft bereikt.
Plaats de arm vervolgens terug in zijn steun, druk de armclip dicht en draai het
schroefje op het contragewicht vast.
12. Haal de weegschaal weg, maar houd deze wel bij de hand, omdat u deze nog
nodig heeft. Leg de mat weer terug op het plateau als u die eerder weggehaald
had.
13. Leg een plaat op de platenspeler. Zet de platenspeler nog niet aan.
14. Haal het uitlijningssjabloon uit de doos van de arm en zet de arm en het element
voorzichtig op zo'n 1 tot 2 cm van het begin van de plaat neer, zonder de
platenspeler aan te zetten.
15. Kijk vanaf de rechterkant over de platenspeler/de arm/het element heen en
gebruik het uitlijningssjabloon achter de arm op de plaat om de armbuis uit te
lijnen met de horizontale lijnen op het sjabloon. De arm moet parallel zijn aan de
horizontale lijnen op het uitlijningssjabloon en dus ook aan de af te spelen plaat.
16. Plaats de arm terug in zijn steun en druk de armclip dicht.
66
roksan.com
17. Om de armhoogte aan te passen en parallel te laten lopen bij het afspelen van een
plaat, houdt u de lagerzitting/lagerplaat (niet de armdrager) vast en draait u de
twee inbusboutjes in de lagerhouder los. Verhoog of verlaag vervolgens de steun
naar wens en bevestig alles vervolgens weer met een van de twee inbusboutjes.
18. Herhaal stap 15, 16 en 17 tot u de juiste hoogte heeft en draai dan beide
inbusboutjes in de lagerhouder vast.
19. Haal de plaat van de platenspeler af en leg het uitlijningssjabloon plat op de mat of
het plateau, met de as door het gat in het sjabloon (punt 'O') met de gedrukte kant
naar boven.
20. Beweeg de arm en het element over het sjabloon en laat ze
zakken op het buitenste uitlijningsraster (punt 'C'), met de
naaldpunt in de cirkel midden op het raster.
21. De voorste randen van de arm en het element moeten
parallel zijn aan elkaar en parallel binnen het raster wanneer
de naaldpunt van bovenaf bekeken binnen de cirkel valt.
22. Om dit aan te passen, draait u de elementschroefjes los
en schuift u het element naar voren of naar achteren.
Let er telkens op dat de voorste randen van de arm en
het element gelijk lopen met elkaar en dat de boutjes
aangedraaid zijn. U moet dit mogelijk meerdere keren
herhalen voor de juiste uitlijning.
23. Als ze eenmaal juist zijn uitgelijnd, beweegt u de arm en
het element over het sjabloon en laat u ze zakken op het
binnenste uitlijningsraster (punt 'D'), met de naaldpunt in de
cirkel midden op het raster. Herhaal stap 22 voor de juiste
uitlijning.
Sara
67