nl
NEDERLANDS
Neem de opgaven van de fabrikant van het
gereedschap of de accessoires in acht! Zorg ervoor
dat de schijven beschermd zijn tegen vet en stoten!
Schuurmateriaal dient zorgvuldig, volgens de
aanwijzingen van de fabrikant, te worden bewaard
en gebruikt.
Doorslijpschijven mogen nooit worden gebruikt
voor het grofslijpen! Doorslijpschijven mogen niet
onderhevig zijn aan zijwaartse druk.
Het werkstuk dient stevig te liggen en beveiligd te
zijn tegen wegglijden, bijv. met behulp van
spaninrichtingen. Grote werkstukken dienen
voldoende te worden ondersteund.
Asvergrendeling (4) alleen bij stilstaande motor
indrukken. (GA 18 LTX, GPA 18 LTX,
GA 18 LTX G, GE 710 Plus, GEP 710 Plus,
GE 950 G Plus, GEP 950 G Plus)
Neem de draaiende onderdelen van de machine
niet vast! Verwijder spaanders en dergelijke
uitsluitend bij een uitgeschakelde en stilstaande
machine.
Zorg ervoor dat het slijpmiddel voor gebruik correct
aangebracht en bevestigd wordt, en laat het
gereedschap 60 seconden onbelast in een veilige
omgeving lopen en onmiddellijk stoppen, wanneer
aanzienlijke trillingen optreden of wanneer andere
gebreken vastgesteld worden. Wanneer deze
toestand zich voordoet, controleert u de machine,
om de oorzaak vast te stellen.
Zorg ervoor dat vonken die tijdens het gebruik
ontstaan, geen gevaar veroorzaken, bijv. de
gebruiker of andere personen raken of ontvlambare
substanties doen vlam vatten. Gevaarlijke
gebieden moeten met moeilijk ontvlambare dekens
afgedekt worden. Houd in brandgevaarlijke
bereiken een geschikt blusmiddel bij de hand.
Beschadigde, onronde resp. vibrerende
gereedschappen mogen niet gebruikt worden.
Werk uit veiligheidsoverwegingen alleen met een
gemonteerde rubbermanchet (3) of extra
handgreep (5).
De stofbelasting verminderen:
WAARSCHUWING - Sommige stofdeeltjes
die worden geproduceerd bij het schuren,
zagen, slijpen, boren en ander werk bevatten
chemicaliën waarvan bekend is dat ze kanker,
geboorteafwijkingen of andere reproductieve
schade kunnen veroorzaken. Enkele voorbeelden
van deze chemicaliën zijn:
- lood van gelode verf,
- mineraalstof van bakstenen, cement en andere
metselwerkmaterialen, en
- arseen en chroom uit chemisch behandeld hout.
Het risico dat u hierbij loopt varieert, afhankelijk van
hoe vaak u met dit soort werk bezig bent. Om de
blootstelling aan deze chemicaliën te verminderen:
Werk in een goed geventileerde ruimte en werk met
goedgekeurde persoonlijke
beschermingsmiddelen zoals stofmaskers die
speciaal zijn ontwikkeld voor het filteren van
microscopische deeltjes.
Dit geldt ook voor stof van andere materialen, zoals
sommige houtsoorten (zoals eiken- of beukenstof),
30
metalen, asbest. Andere bekende ziekten zijn
bijvoorbeeld allergische reacties, aandoeningen
van de luchtwegen. Laat geen stof in uw lichaam
komen.
Neem de richtlijnen en nationale voorschriften in
acht die van toepassing zijn op uw materiaal,
personeel, toepassing en locatie (bijv.
gezondheids- en veiligheidsvoorschriften,
verwijdering).
Verzamel de ontstane deeltjes op de plaats waar
deze ontstaan, voorkom dat deze neerslaan in de
omgeving.
Gebruik voor speciale werkzaamheden geschikt
toebehoor. Daardoor komen slechts weinig deeltjes
ongecontroleerd in de omgeving terecht.
Gebruik een geschikte stofafzuiging.
Verminder de stofbelasting door:
- de vrijkomende deeltjes en de af te voeren
luchtstroom van de machine niet op de gebruiker
zelf of in de buurt aanwezige personen of op
neergeslagen stof te richten,
- een afzuiginstallatie en/of een luchtfilter te
gebruiken,
- de werkplek goed te ventileren en door te
stofzuigen schoon te houden. Vegen of blazen
wervelt het stof op.
- Zuig of was de beschermende kleding. Niet
uitblazen, uitslaan of uitborstelen.
4.6
Speciale veiligheidsvoorschriften voor
elektrische machines:
Trek de stekker uit het stopcontact voordat u het
apparaat instelt, ombouwt, reinigt of er onderhoud
aan pleegt.
Het gebruik van een stationaire afzuiginrichting
wordt aanbevolen. Schakel altijd een
lekstroomschakelaar (RCD) met een max.
schakelstroomsterkte van 30 mA voor de machine.
Wanneer de machine door de FI-
veiligheidsschakelaar wordt uitgeschakeld, dient hij
gecontroleerd en gereinigd te worden. Zie
hoofdstuk 8. Reiniging.
4.7
Speciale veiligheidsvoorschriften voor
accumachines:
Haal het accupack uit de machine, voordat instel-,
ombouw-, onderhouds- of
reinigingswerkzaamheden uitgevoerd worden.
Accupacks tegen vocht beschermen!
Accupacks niet aan vuur blootstellen!
Geen defecte of vervormde accupacks gebruiken!
Accupacks niet openen!
Contacten van de accupacks niet aanraken of
kortsluiten!
Uit defecte Li-Ion-accupacks kan een licht
zure, brandbare vloeistof lopen!
Wanneer er accuvloeistof naar buiten
stroomt en met de huid in aanraking komt,
onmiddellijk afspoelen met overvloedig