2. Elektrische aansluiting
2.1 Technische informatie
De Märklin mini-club locomotieven zijn
ontwikkeld voor het gebruik van een gelijk-
spanning (DC) van 10 volt. De elektromag-
netische apparaten (wissels, seinen e.d.)
voor Märklin mini-club hebben voor het
schakelen een wisselspanning (AC) van
10 volt nodig.
De mini-club transformator/rijregelaar
bezit een maximaal uitgangsvermogen
van 8 VA (0,8 A * 10 V) voor de rijstroom en
bovendien een maximaal uitgangsver-
mogen van 8 VA voor de voeding van de
elektromagnetische apparaten.
Verbruik van mini-club artikelen
Rijstroom (DC)
Locomotief
Gloeilamp
Voeding elektromagnetische apparaten (AC)
Wisselaandrijving
Universeel schakelaar
Overweg
Rolbrug/draaischijf
Gloeilamp
Belangrijke opmerkingen:
G Märklin mini-club locomotieven mogen
nooit met een hogere gelijkspanning
dan 10 volt rijden. De motor wordt bij
een hogere spanning zo heet, dat
kunststof delen, die zich in de buurt
bevinden, kunnen vervormen en de
motor in korte tijd kan doorbranden.
42
G De rijstroomvoeding en de voeding van
G Wij raden u dringend aan om u aan het
2,5 - 3,5 VA
0,3 VA
G Bij kortsluiting of bij overbelasting
3,5 VA
5,0 VA
4,5 VA
3,0 VA
0,3 VA
Gebruik daarom alleen de originele
Märklin mini-club transformator/rijrege-
laars voor uw mini-club modelbaan.
de
elektromagnetische
moeten altijd van elkaar gescheiden
zijn. De grijze massaleiding van de
stroomkringen voor de elektromagneti-
sche apparaten mag NOOIT met de
bruine retourleiding van de rijstroom-
kring verbonden zijn.
voorgestelde kleurenschema voor de
aansluitdraden te houden. Allee op die
manier kunnen de aansluitdraden bij
storingen gemakkelijk gevolgd worden.
Het aanbrengen van aanduidingen
d.m.v. etiketten op de draden is daarbij
erg handig.
schakelt de kortsluitbeveiliging in de
transformator/rijregelaar de uitgangs-
stroom uit. Trek in dit geval de netstek-
ker van de transformator/rijregelaar uit
de wandcontactdoos of bij gebruik van
meerdere transformator/rijregelaars de
netstekker van de stekkerverdeeldoos
uit de wandcontactdoos. Let daarbij
absoluut op de opmerkingen over de
veiligheid in Hoofdstuk 1 van deze
handleiding. Hef de oorzaak van de
kortsluiting op (bijv. een ontspoorde
loc) of verminder bij overbelasting het
aantal stroomgebruikers die op de rijre-
gelaar aangesloten zijn.
apparaten