OBJ_BUCH-844-005.book Page 77 Tuesday, July 14, 2009 9:12 AM
Werking (zie afbeelding B)
Met het meetgereed-
schap wordt de onder-
grond van het sensor-
A
bereik 9 in meetrichting
A tot aan de weergege-
S E
S E
N S
N S
O
O
O R
ven meetdiepte gecon-
troleerd. De meting is
9
alleen mogelijk tijdens
de beweging van het
meetgereedschap in
verplaatsingsrichting B
B
en bij een minimum-
B
meettraject van 10 cm.
Beweeg het meetgereedschap altijd in een
rechte lijn met lichte druk over de muur, zodat
de wielen een goed contact met de muur heb-
ben. Herkend worden voorwerpen van een an-
der materiaal dan het materiaal van de muur.
In het display worden de toegestane boordiep-
te en, indien mogelijk, het materiaal van het
voorwerp weergegeven.
Optimale resultaten worden bereikt wanneer
het meettraject minstens 40 cm bedraagt en het
meetgereedschap langzaam over het volledige
te onderzoeken gedeelte verplaatst wordt. Van-
wege de werking van het meetgereedschap wor-
den alleen dwars op de bewegingsrichting van
het meetgereedschap verlopende bovenkanten
van voorwerpen gevonden.
Beweeg daarom altijd kruiselings over het te
onderzoeken gedeelte.
Als zich meer voorwerpen boven elkaar in de
muur bevinden, wordt in het display het voor-
werp aangegeven dat het dichtst bij het opper-
vlak ligt.
De weergave van de gevonden voorwerpen in
het display 16 kan van de feitelijke eigenschap-
pen van het voorwerp afwijken. In het bijzonder
zeer dunne voorwerpen worden in het display
dikker weergegeven. Grote cilindrische voor-
werpen (zoals kunststof- en waterbuizen) kun-
nen in het display smaller worden weergegeven
dan deze in feite zijn.
Bosch Power Tools
Voorwerpen die kunnen worden gevonden
– Kunststof buizen (water bevattende kunst-
stof buizen zoals vloer- en muurverwarming
met een diameter van minstens 10 mm, lege
buizen met een diameter van minstens
20 mm)
– Elektrische leidingen (ongeacht of deze
spanningvoerend zijn of niet)
– Driefasedraaistroomleidingen
(bijvoorbeeld naar een fornuis)
– Laagspanningsleidingen
(bijvoorbeeld deurbel en telefoon)
– Metalen buizen, stangen en dragers van allerlei
aard (bijvoorbeeld staal, koper en aluminium)
– Betonwapening
– Houten balken
– Holle ruimten
Meting mogelijk
– In metselwerk (baksteen, poreus beton,
blaasbeton, bims, kalkzandsteen)
– In beton en staalbeton
– In lichtbouwwanden
– Onder bijvoorbeeld pleisterwerk, tegels,
behang, parket of tapijt
– Achter hout of gipskarton
Bijzondere meetgevallen
Ongunstige meetomstandigheden kunnen het
meetresultaat nadelig beïnvloeden:
– Gelaagde wandopbouw
– Lege kunststof buizen en houten balken in
holle ruimten en lichtbouwwanden
– Voorwerpen die schuin de muur verlopen
– Metaaloppervlakken en vochtplekken kunnen
in een muur onder bepaalde omstandighe-
den (zoals een hoog watergehalte) als voor-
werpen worden weergegeven.
Denk eraan dat beton een aantal maanden
moet drogen voordat het volledig droog is.
– Holle ruimten in een muur kunnen als voor-
werpen worden weergegeven.
– In de buurt van apparaten die een sterk
magnetisch of elektromagnetisch veld voort-
brengen, zoals basisstations voor mobiele
telefonie en generatoren.
1 609 929 R51 | (14.7.09)
Nederlands | 77