LET OP: De dompelpomp mag nooit aan de kabel worden getranspor-
teerd, eruit worden getrokken of worden bevestigd! Bevestig de kara-
bijnhaak van de vanglijn in het daarvoor bestemde ophangoog om de
pomp te transporteren!
LET OP: Let er bij het leggen van de slang- en kabelleiding op, dat deze
niet teveel worden geknikt resp. niet over scherpe randen worden
geleid.
3. Sluit de stekker aan, de NAUTILUS schakelt automatisch in.
4. Laat de pomp nooit langere tijd drooglopen, omdat de afdichting anders
onnodig kan slijten resp. de motor oververhit kan raken.
LET OP: Breng de stekker bij overstromingsgevaar in het overstro-
mingsveilige gebied aan en bescherm deze tegen natheid.
LET OP: Bij alle werkzaamheden aan de pomp moet de stekker om
veiligheidsredenen uit de contactdoos worden getrokken.
LET OP: De pomp mag niet worden gebruik in gebieden waar
ontploffingsgevaar bestaat.
LET OP: De pomp mag geen brandbare vloeistoffen transporteren.
5.3. Draairichtingscontrole
Vanwege de motorconstructie hoeft de draairichting bij de NAUTILUS niet te
worden gecontroleerd.
6. ONDERHOUD EN REPARATIE
LET OP: Vóór elke onderhouds- en reparatiebeurt moet de stroomtoe-
voer naar de pomp worden onderbroken om te voorkomen dat de pomp
per ongeluk wordt ingeschakeld. Alvorens de werkzaamheden te be-
NAUTILUS 4/1 & NAUTILUS 4/1 ECO – Rosenbauer
NL
57