• Verwijder de sluitmoer (47) en de buitenste fl enskraag (48).
• Installeer de zaagschijf met de pijl in dezelfde richting als de pijl op de
beschermkap.
• Plaats de buitenste fl enskraag (48) terug. Zie Dikte Materiaal voor
passend fl ensgebruik.
• Span de sluitmoer (47) aan door het met de klok mee te draaien terwijl
u de spindelvergrendeling vasthoudt met uw andere hand.
• Plaats de beschermkap (9) terug in positie.
• Span de schroef (43) aan op de kant van de beschermkap.
WAARSCHUWING: Druk nooit op de spindelvergrendeling als
de doorslijpschijf draait.
Dikte Materiaal (fi g. F2)
• De D24000 heeft een fl ens met grote diameter (48a), aanbevolen voor
zaagmateriaal tot 80 mm in de diepte.
• Er wordt een kleinere fl ens (48b) bijgeleverd als de maximum
zaagdiepte van 95 mm vereist is.
• De grotere fl ens moet steeds gebruikt worden indien mogelijk om te
zorgen voor optimale zaagprestaties.
Het aansluiten van de machine op de netspanning (fi g. A)
• Zorg ervoor dat de aan/uit-schakelaar (1) in de uit-stand staat.
• Sluit de netstekker op een voeding aan.
• Maak een druiplus in het netsnoer om zo te voorkomen dat water op
de plug druppelt. De druiplus is dat gedeelte van het koord dat zich
onder het niveau van de wandcontactdoos bevindt.
Instellen
WAARSCHUWING: Haal vóór het monteren en instellen altijd
de stekker uit het stopcontact.
Controleren en afstellen van de zaagdiepte (fi g. G)
De rand van de doorslijpschijf moet altijd tenminste 5 mm onder het
tafeloppervlak zitten.
• Draai de zaagdiepte-instelling (2) los.
• Breng de arm omlaag om de doorslijpschijf in de laagste positie te
zetten.
• Draai de zaagdiepte-instelling (2) weer vast.
• Maak een proefzaagsnede door de tafel volledig door de doorslijpschijf
te duwen. Controleer of de baan van de doorslijpschijf over het
tafelblad loopt.
• Het afstellen geschiedt als volgt:
• Draai de zaagdiepte-instelling (2) los.
• Draai de vleugelmoer (49) een aantal slagen los.
• Stel de zaagdiepte (10) zodanig af dat de rand van de doorslijpschijf
tenminste 5 mm onder het tafeloppervlak zit.
• Draai de vleugelschroef (49) vast.
Controle op de haaksheid van het afkorten t.o.v. de achteraanslag
(fi g. H1 & H2)
• Breng de arm omlaag om de doorslijpschijf in de laagste positie te zetten.
• Beweeg de tafel voor de schijf.
• Plaats een winkelhaak (50) op de tafel en tegen de aanslag en die de
schijf net raakt zoals afgebeeld.
• Duw de tafel door de doorslijpschijf om te controleren of de schijf
parallel aan de winkelhaak staat.
• Het afstellen geschiedt als volgt:
• Draai de schroeven (51) los waarmee de rail op het frame gemonteerd is.
• Positioneer de railversteller (52) zodat de rail de vereiste afstelling
verkrijgt.
• Controleer met de winkelhaak tegen de parallelgeleider opnieuw of de
schijf parallel aan de winkelhaak staat en stel zonodig verder af.
• Draai de schroeven (51) vast.
Controle op de haaksheid van de doorslijpschijf t.o.v. de tafel (fi g. I1 – I3)
• Draai de afschuinklemknop (11) los.
• Druk de zaagkop naar rechts, zodat hij volledig in verticale positie staat
en draai de afschuinklemknop vast.
• Breng de arm omlaag om de doorslijpschijf in de laagste positie te
zetten.
• Beweeg de tafel tot onder de schijf.
• Plaats een winkelhaak (50) op de tafel en tegen de doorslijpschijf zoals
afgebeeld.
• Het afstellen geschiedt als volgt:
• Draai de afschuinklemknop (11) los en draai de aanslagschroef
verticale-positieafstelling (53) in of uit totdat de met de winkelhaak
gemeten hoek tussen de schijf en het tafelblad 90° bedraagt.
• Als de stand van de afschuinwijzer (54) op de afschuinschaal (55) ongelijk
is aan 0, draai dan de borgschroef (56) los en stel de wijzer op 0 in.
Controleren en instellen van de afschuinhoek (fi g. I3 & J)
• Draai de afschuinklemknop (11) los en beweeg de zaagkop naar links.
Dit is de 45° afschuinpositie.
• Het afstellen geschiedt als volgt:
• Draai de stopschroef (57) naar binnen of buiten totdat de wijzer (54)
45° aanwijst.
Het maken van een zaagsleuf (fi g. K)
De markering (58) helpt het pad van de doorslijpschijf te lokaliseren.
• Schakel de machine in en wacht tot de schijf op volle snelheid is.
• Duw de tafel volledig door de doorslijpschijf om een zaagsleuf in het
wiel (59) te maken.
• Schakel de machine uit.
Indien de sleuf versleten is, kan een nieuwe worden gemaakt.
• Draai de borgschroef los (60).
• Draai het wiel (59) zodat een ongebruikt oppervlak bloot komt te liggen.
• Draai de borgschroef vast (60).
• Maak een nieuwe zaagsleuf zoals hierboven beschreven.
Controleren en afstellen van de schaal (fi g. L)
• Beweeg de tafel tot onder de schijf.
• Controleer de schaal (61) op de parallelgeleider met behulp van
een meetlint (62) dat met de nulmarkering tegen de doorslijpschijf is
geplaatst.
• Voor het afstellen draait u de schoeven (63) die de schaal (62) op zijn
plaats houden los, stelt de juiste schaalaanduiding af en draait de
schroeven weer vast.
Vergrendelen van de schuiftafel (fi g. M)
De tafel kan worden vergrendeld in de volgende posities:
– Voorste positie (doorslijpschijf is vrij toegankelijk) (64).
– Invalpositie (doorslijpschijf is boven het middel van de tafel) (65).
– Uitvoerpositie (doorslijpschijf is ter hoogte van de parallelgeleider) (66).
• Beweeg de tafel (4) naar de gewenste positie.
• Vergrendel de tafel door de pin (22) te draaien en in het gat in de rail te
drukken.
Afstellen van de neusstukken (fi g. A & N)
De neusstukken (7) kunnen worden afgesteld voor de noodzakelijke
stroming van het koelwater.
• Stel het neusstuk in door de hendel (67) in de gewenste positie te
bewegen.
– Maximum capaciteit (neusstukken volledig ingetrokken) (68).
N E D E R L A N D S
69