3.2 - Selectie van de uitgangsfunctie
Wanneer u de inrichtingen in het geheugen opslaat, is het mo -
gelijk de activering van de uitgang in geval van alarm te pro-
grammeren (Tabel 2); om dit te doen gaat u als volgt te werk:
01. Kies de gewenste uitgang door meerdere malen op de
toets S2 te drukken (SEL.CAN); de bijbehorende uitgangs-
led "ALL" gaat branden;
02. Druk meerdere malen op de toets S3 (PROG.OUT) om
het gewenste functietype te selecteren (zie het aantal malen
dat de led knippert Tabel 2);
03. Sla één of meer inrichtingen voor iedere uitgang op door te
werk te gaan zoals beschreven in Tabel 1.
Het is mogelijk te controleren of een uitgang doeltreffend werkt
(opening en sluiting) door eenvoudigweg achtereenvolgens van
de ene functie naar de andere over te gaan, zoals beschreven
bij punt 02.
3.3 - Wissen van alle inrichtingen die zijn opgeslagen
op alle uitgangen van HSRE12
Om alle opgeslagen inrichtingen te wissen, gaat u als volgt te
werk:
01. Druk de toets S1 in en houd hem vast, zet vervolgens
stroom op het apparaat;
02. Wacht 10 seconden, terwijl u de toets S1 nog steeds
4 - Nederlands
ingedrukt houdt; een pieptoon bevestigt dat de inrichtin-
gen werden gewist;
03. Laat S1 los; de Led 1 begint te knipperen om de wachttijd
voor het opslaan van de inrichtingen aan te geven.
3.4 - Wissen van alle inrichtingen die zijn opgeslagen
op een uitgang van HSRE12
Het is mogelijk alle inrichtingen, die op een enkele uitgang zijn
opgeslagen te wissen, hiervoor gaat u als volgt te werk:
01. Druk op de toets S1 (PROG) om de programmering te acti-
veren; een pieptoon geeft het begin van de programmering
aan;
02. Kies de gewenste uitgang door meerdere malen op de
toets S2 te drukken (SEL.CAN);
03. Druk de toets S1 in en houd hem vast; wacht 10 secon-
den, een pieptoon bevestigt dat de inrichtingen van de
geselecteerde uitgang gewist zijn;
04. Om andere inrichtingen op andere uitgangen te wissen,
herhaalt u de punten 02 en 03.
3.5 - Configuratie van de Dip Switches
De ontvanger HSRE12 heeft 6 Dip Switches waarmee bepaalde
aspecten van de werking geconfigureerd kunnen worden; zie
Tabel 3.