Plaats en functie van de
bedieningsorganen
Zie voor meer details de pagina's waarnaar tussen haakjes wordt
verwezen.
De 1 (aan/uit) schakelaar en de bedieningstoetsen bevinden zich
rechtsonder aan de voorkant van de monitor.
Voorkant van het beeldscherm
A 1 (aan/uit) schakelaar en lampje (pagina's 9, 18)
Als u de monitor wilt in- of uitschakelen, duwt u de 1 (aan/
uit) schakelaar omhoog.
Het aan/uit-lampje brandt groen als het beeldscherm is
ingeschakeld en brandt oranje als het beeldscherm zich in de
energiespaarstand bevindt.
B MENU toets (pagina 11)
Deze toets opent of sluit het hoofdmenu.
Als u gedurende 5 seconden op deze toets drukt, wordt de
huidige DDC/CI-instelling weergegeven. Als u de toets nog
3 seconden langer ingedrukt houdt, wordt de instelling
gewijzigd.
C m/M toetsen (pagina 11)
Deze toetsen functioneren als de m/M-toetsen bij het
selecteren van menu-onderdelen en aanbrengen van
wijzigingen.
D OK toets (pagina 11)
Deze toets selecteert het onderdeel of voert de instellingen in
het menu uit.
E
(BEELDMODUS) toets (pagina 11)
Deze toets wordt gebruikt om de BEELDMODUS te
wijzigen.
F INPUT toets (pagina 10)
Met deze toets kunt u het video-ingangssignaal wisselen
tussen INGANG1 en INGANG2, als er twee computers zijn
aangesloten op de monitor.
6
(NL)
Indrukken om het beeldscherm in of uit
te schakelen.