OBJ_BUCH-1019-004.book Page 79 Wednesday, August 12, 2015 4:12 PM
Controleer de slijpgereedschappen voor het
gebruik. Het slijpgereedschap moet op de juis-
te wijze zijn gemonteerd en vrij kunnen draai-
en. Laat het slijpgereedschap minstens
1 minuut onbelast proefdraaien. Gebruik geen
beschadigde, niet-ronde of trillende slijpge-
reedschappen. Beschadigde slijpgereedschap-
pen kunnen barsten of verwondingen veroorza-
ken.
Snelstop (BAG 230-1 CLBB)
Bij het uitschakelen of bij onderbreking van de
stroomtoevoer wordt het slijpgereedschap binnen
enkele seconden tot stilstand gebracht. Daardoor
is de uitlooptijd ca. 70 % korter dan bij met haakse
slijpmachines zonder snelstop en kan het elektri-
sche gereedschap eerder worden neergelegd.
Opmerking: Mocht de remwerking duidelijk min-
der worden, is de uitlooprem uitgevallen. Het elek-
trische gereedschap moet zo spoedig mogelijk aan
de klantenservice worden verzonden.
Nulspanningsbeveiliging
De nulspanningsbeveiliging voorkomt ongecontro-
leerd starten van het elektrische gereedschap na
een onderbreking van de stroomtoevoer.
Als u het gereedschap opnieuw wilt inschakelen,
zet u de aan/uit-schakelaar 2 in de uitgeschakelde
stand en schakelt u het elektrische gereedschap
opnieuw in.
Aanloopstroombegrenzing
De elektronische aanloopstroombegrenzing be-
grenst het vermogen bij het inschakelen van het
elektrische gereedschap en maakt het gebruik met
een zekering van 16 A mogelijk.
Opmerking: Als het elektrische gereedschap on-
middellijk na het inschakelen met volledig toerental
loopt, zijn de aanloopstroombegrenzing en de nul-
spanningsbeveiliging uitgevallen. Het elektrische
gereedschap moet zo spoedig mogelijk aan de
klantenservice worden verzonden.
Tips voor de werkzaamheden
Voorzichtig bij het frezen van sleuven in dra-
gende wanden. Zie het gedeelte „Bouwkundi-
ge aspecten".
Span het werkstuk in als het niet door het ei-
gen gewicht stabiel ligt.
Belast het elektrische gereedschap niet zo
sterk dat het tot stilstand komt.
Laat het elektrische gereedschap na sterke
belasting nog enkele minuten onbelast lopen
om het inzetgereedschap te laten afkoelen.
Raak slijp- en doorslijpschijven niet aan voor-
dat deze zijn afgekoeld. De schijven worden tij-
dens de werkzaamheden zeer heet.
Gebruik het elektrische gereedschap niet met
een doorslijpstandaard.
1 609 92A 1D1 • 12.8.15
Opmerking: Trek de stekker uit het stopcontact als
u het gereedschap niet gebruikt. Het elektrische
gereedschap heeft een gering stroomverbruik als
de stekker in het stopcontact gestoken is en er net-
spanning aanwezig is, ook als het gereedschap uit-
geschakeld is.
Afbramen
Gebruik nooit doorslijpschijven voor afbraam-
werkzaamheden.
Met een werkhoek van 30 ° tot 40 ° krijgt u bij het af-
bramen het beste werkresultaat. Beweeg het elek-
trische gereedschap met matige druk heen en
weer. Het werkstuk wordt dan niet te heet, verkleurt
niet en krijgt geen groeven.
Lamellenschijf
Met de lamellenschijf (toebehoren) kunt u ook ge-
bogen oppervlakken en profielen bewerken.
Lamellenschijven hebben een aanzienlijk langere
levensduur, een lager geluidsniveau en lagere slijp-
temperaturen dan traditionele slijpschijven.
Metaal doorslijpen
Gebruik bij doorslijpwerkzaamheden met ge-
bonden slijpmiddelen altijd de beschermkap
voor doorslijpen 9.
Werk bij het doorslijpen met een matige voorwaart-
se beweging, aangepast aan het te bewerken ma-
teriaal. Oefen geen druk op de doorslijpschijf uit,
houdt deze niet schuin en laat de schijf niet oscille-
ren.
Rem uitlopende doorslijpschijven niet af door er
aan de zijkant tegen te drukken.
Profielen en vierkantbuizen kunt u het best bij de
kleinste diameter doorslijpen.
Steen doorslijpen
Zorg bij doorslijpwerkzaamheden in steen
voor een voldoende stofafzuiging.
Het elektrische gereedschap mag alleen wor-
den gebruik voor droog doorslijpen en droog
schuren.
Gebruik voor het doorslijpen van steen bij voorkeur
een diamantdoorslijpschijf.
Gebruik het elektrische gereedschap alleen met
stofafzuiging en draag bovendien een stofmasker.
Met het elektrische
gereedschap moet
altijd tegenlopend
worden geslepen.
Anders bestaat het
gevaar dat de machi-
ne ongecontroleerd
uit de zaaglijn wordt
geduwd.
Nederlands | 79