52 | Nederlands
Als u zeer kleine of diep liggende voorwerpen
zoekt of als de meetindicatie i slechts gering uit-
slaat, beweegt u het meetgereedschap meer-
maals horizontaal en verticaal over het voorwerp.
Let op de uitslag van de fijne schaalverdeling j en
in de functies „droogbouw" en „metaal" boven-
dien op de indicatie „CENTER" k. Deze maken
een nauwkeurige plaatsbepaling mogelijk.
Voordat u in de muur boort, zaagt of freest,
dient u andere informatiebronnen te raad-
plegen om gevaren te voorkomen. Aange-
zien omgevingsinvloeden en de aard van de
muur de meetresultaten kunnen beïnvloe-
den, kan er gevaar bestaan, hoewel de indi-
catie geen voorwerp in het sensorbereik aan-
geeft (er klinkt geen geluidssignaal en de
verlichte ring 1 brandt groen).
Functies
Door de keuze van de functies bereikt u optima-
le meetresultaten. De maximale meetdiepte
voor metalen voorwerpen bereikt u in de functie
„metaal". De maximale meetdiepte voor span-
ningvoerende leidingen bereikt u in de functie
„stroomkabel". De gekozen functie is altijd te
herkennen aan de groen verlichte indicatie 4.
Droogbouw
De functie „droogbouw" is geschikt voor het
vinden van houten en metalen voorwerpen in
droogbouwwanden.
Druk op de toets 10 om de functie „droogbouw"
te activeren. De indicatie 4 boven de toets 10
brandt groen. Zodra u het meetgereedschap op
de te onderzoeken ondergrond plaatst, brandt
de ring 1 groen en geeft deze aan dat het ge-
reedschap gereed is voor de meting.
In de functie „droogbouw" worden alle soorten
voorwerpen gevonden en weergegeven:
–
Niet van metaal, bijv. houten balken
–
Magnetisch, bijvoorbeeld betonwapening
–
Niet magnetisch, maar van metaal, bij-
voorbeeld koperbuis
–
Spanningvoerend, bijv. stroomleiding
Aanwijzingen: In de functie „droogbouw" wor-
den naast houten en metalen voorwerpen, zoals
spanningvoerende leidingen, ook andere voor-
werpen weergegeven, zoals met water gevulde
2 609 140 723 | (18.8.10)
kunststof buizen. In het display 3 verschijnt voor
deze voorwerpen de indicatie c voor niet-meta-
len voorwerpen.
Spijkers en schroeven op de achtergrond kunnen
ertoe leiden dat een houten balk in het display als
metalen voorwerp wordt weergegeven.
Toont het display 3 een continu hoge uitslag van
de meetindicaties i en j, start u de meting op-
nieuw door het meetgereedschap op een andere
plaats op de ondergrond neer te zetten.
Geeft de verlichte ring 1 bij het neerzetten op de
te onderzoeken ondergrond niet aan dat het ge-
reedschap gereed is voor de meting, kan het meet-
gereedschap de ondergrond niet juist herkennen.
– Druk zo lang op de toets 10 tot de ring groen
verlicht is.
– Als u vervolgens een nieuwe meting start en
het meetgereedschap op een andere muur
plaatst, moet u kort de toets 10 indrukken.
– In zeldzame gevallen kan het meetgereed-
schap de ondergrond niet herkennen omdat
de zijde met het sensorgedeelte 12 en het
typeplaatje 13 vuil is. Maak het meetgereed-
schap schoon met een droge, zachte doek en
start de meting opnieuw.
Metaal
De functie „metaal" is geschikt om magnetische
en niet-magnetische voorwerpen onafhankelijk
van de gesteldheid van de muur te vinden.
Druk op de toets 9 om de functie „metaal" te
activeren. De ring 1 en de indicatie 4 boven de
toets 9 zijn groen verlicht.
Is het gevonden metalen voorwerp van magne-
tisch metaal (bijvoorbeeld ijzer), wordt in het
display 3 het symbool e weergegeven. Is het
voorwerp van niet-magnetisch metaal, wordt
het symbool d weergegeven. Voor het onder-
scheid tussen de metaalsoorten moet het meet-
gereedschap zich boven het gevonden metalen
voorwerp bevinden (ring 1 is rood verlicht).
Opmerking: Bij bouwstaalmatten en wapenin-
gen in de onderzochte ondergrond wordt over
het gehele oppervlak een uitslag in de meetindi-
catie i aangegeven. Bij bouwstaalmatten wordt
altijd vlak boven de ijzerstaafjes in het display
het symbool e voor magnetisch metaal weerge-
geven. Tussen de ijzerstaafjes verschijnt het
symbool d voor niet-magnetisch metaal.
Bosch Power Tools