3
Voorschriften
3
Voorschriften
Installeer de bufferboiler conform de nationale normen en richtlijnen.
Deze bufferboiler dient door een bevoegd installateur te worden ge-
plaatst. Hij dient zich te houden aan de geldende nationale en plaatselij-
ke voorschriften. In geval van twijfel dient hij zich te informeren bij de
officiële instanties of bij de nv Bosch Thermotechnology.
4
Transport
GEVAAR: Levensgevaar door vallende lasten!
▶ Maak uitsluitend gebruik van transportkabels die in
perfecte staat zijn.
▶ Haken alleen in de daarvoor bedoelde hijsogen han-
gen.
WAARSCHUWING: Gevaar voor lichamelijk letsel door
dragen van zware lasten en onvoldoende beveiliging tij-
dens transport!
▶ Maak gebruik van geschikte transportmiddelen, bijv.
een steekkar met spanband.
▶ Beveilig de bufferboiler tegen omvallen.
Voor het transport is een steekwagen of een kraan handig. Als alternatief
kan de boiler met een pallettruck of een vorkheftruck worden getrans-
porteerd.
▶ Transport met steekkar ( afb. 3, pagina 54)
▶ Transport met kraan ( afb. 4, pagina 54)
5
Montage
5.1
Opstellingsruimte
OPMERKING: Materiële schade door vorst en corrosie!
▶ Installeer de bufferboiler in een vorstvrije en droge
ruimte.
5.2
Bufferboiler opstellen
afb. 5, pagina 54 en afb. 6, pagina 55.
30
5.3
Hydraulische aansluiting
Monteer bij bufferboilers met 80 mm warmte-isolatie de warmte-isola-
tie, voordat de leidingen worden geïnstalleerd.
Bij bufferboilers met 120 mm warmte-isolatie adviseren wij de leidingen
te monteren voordat de warmte-isolatie wordt aangebracht.
Respecteer voor de hydraulische aansluiting de planningsdocumenten.
GEVAAR: Brandgevaar door soldeer- en laswerkzaam-
heden!
▶ Voor zover mogelijk, soldeer- en laswerkzaamheden
voor de montage van de warmte-isolatie uitvoeren.
▶ Tref bij soldeer- en laswerkzaamheden de gepaste
veiligheidsmaatregelen, aangezien de warmte-isola-
tie brandbaar is (bijv. warmte-isolatie afdekken).
▶ Controleer na de werkzaamheden of de warmte-iso-
latie onbeschadigd is.
OPMERKING: Waterschade door lekke aansluitingen!
▶ Installeer de aansluitleidingen spanningsvrij.
Om schade aan de bufferboiler te voorkomen:
▶ Installatiemateriaal gebruiken, dat hittebestendig is tot 95 °C.
▶ Voor zonne-aansluitingen installatiemateriaal gebruiken, dat hittebe-
stendig is tot 130 °C.
▶ De bufferboiler mag alleen in gesloten systemen worden gebruikt.
▶ Er mogen geen open expansievaten worden gebruikt.
Wij raden aan alle aansluitleidingen aan de boiler als
schroefkoppelingen met een afsluitventiel uit te voeren.
▶ Monteer van bouwzijde een vul- en aftapkraan op het laagste punt
van de onderste aansluiting.
5.4
Temperatuursensor monteren
afb. 8, pagina 55.
▶ Respecteer voor het plaatsen van de sensor de planningsdocumenta-
tie.
▶ Contactoppervlakken insmeren met warmtegeleidende pasta.
▶ Plaats de temperatuursensor in de veerhouder zodanig, dat het sen-
soroppervlak over de gehele lengte contact heeft met het boilervat.
▶ Label de temperatuursensorkabels aan het kabeluiteinde overeen-
komstig de functie.
▶ Leg de sensorkabel in verhouding tot het regeltoestel zodanig, dat de
isolatie kan worden gemonteerd.
▶ Sluit de sensorkabels elektrisch aan en respecteer daarbij de instal-
latiehandleiding van het regeltoestel.
PW/P/PR/PNR/PNRZ... – 6 720 806 553 (2013/09)