Controle
De CO-melder controleert zelf essentiële functies om een correcte werking te waarborgen.
1 Fout "Batterij bijna leeg" – de batterijspanning wordt gemeten en vergeleken met een lage
spanningsdrempel.
2 Sensorfout – de sensor wordt gecontroleerd op elektrische continuïteit en open circuit.
3 Fout "Einde levensduur" - De CO-melder is geprogrammeerd om te controleren wanneer zijn
levensduur is overschreden.
Batterij bijna leeg
Als de batterij uitgeput begint te raken, geeft de CO-melder een pieptoon, knippert het gele lampje
elke minuut en knippert het rode lampje op de Visit-ontvanger. Vervang de CO-melder. Door de
knop in te drukken kan de pieptoon "Batterij bijna leeg" gedurende 24 uur worden onderdrukt.
Sensorfout
Als een sensorfout is gedetecteerd, geeft de CO-melder een pieptoon, knippert het gele lampje 2x
per minuut en knippert het rode lampje op de Visit-ontvanger. Vervang de CO-melder.
Einde van de levensduur
Als het einde van de levensduur van de sensor is bereikt, geeft de CO-melder een pieptoon, knip-
pert het gele lampje 3x per minuut en knippert het rode lampje op de Visit-ontvanger. Vervang de
CO-melder.
Testen
U moet de CO-melder frequent testen om te waarborgen dat er stroomvoorziening is en dat de
melder functioneert. Voor het testen gelden de volgende richtlijnen en best practices:
1 Nadat het systeem is geïnstalleerd.
2 Daarna maandelijks.
3 Na langdurige afwezigheid van de bewoner (bv. na een vakantie).
4 Na reparatie of servicewerkzaamheden aan een van de systeemelementen of huishoudelijke
elektrische werkzaamheden.
103
Houd de test-/zwijgknop ingedrukt om de CO-melder te testen. Het apparaat reageert met een
van de volgende statustoestanden:
1 Het groene lampje op de CO-melder knippert en er klinkt een akoestisch signaal dat aangeeft
dat de stroomvoorziening functioneert en de melder correct werkt. De oranje en rode lampjes
op de Visit-ontvanger knipperen om en om, hij maakt geluid en gaat knipperen of trillen,
afhankelijk van de ontvanger.
2 Als er een fout wordt gedetecteerd, knippert het gele lampje op de CO-melder en klinkt er
een akoestisch signaal volgens de Signaalpatroontabel op pagina 94. Het rode lampje op de
Visit-ontvanger knippert.
Reactie op CO-gas
De aanwezigheid van CO-gas wordt aangegeven door het knipperen van het rode lampje op
de eenheid. Wij raden af om de CO-melder op koolmonoxide te testen. De resultaten kunnen
namelijk misleidend zijn, tenzij u speciale apparatuur gebruikt. Als het echter noodzakelijk is de
eenheid op CO-gas te testen, druk dan als het rode lampje knippert – wat de aanwezigheid van
CO-gas aangeeft – kort op de test-/zwijgknop, en binnen enkele seconden zijn er 2 akoestische
patrooncycli te horen.
Onderhoud
Geluidsdemping (zwijgen)
Als het alarm klinkt nadat er CO is waargenomen, kan het akoestische signaal onmiddellijk worden
gestopt door de test-/zwijgknop in te drukken (het rode lampje knippert continu). Als er nog
steeds CO aanwezig is, klinkt het akoestische signaal na 4 minuten weer. Het akoestische signaal
van de CO-melder kan tijdens een CO-incident slechts één keer worden gedempt. Bij niveaus >
150 ppm CO kan het akoestische signaal van de melder niet worden gedempt.
De CO-melder reinigen
Reinig de buitenkant van de behuizing af en toe met een schone vochtige doek. Gebruik geen
reinigings-, bleek-, was- of poetsmiddelen, ook niet via spuitbussen. Vermijd het spuiten van
luchtverfrissers, haarlak, verf of andere middelen uit spuitbussen nabij de CO-melder. Plaats geen
luchtverfrissers dicht bij de CO-melder.
NL
104