Istruzioni di installazione e manutenzione
Elettrovalvola 2/2 NC o NA, a comando diretto
corpo ottone o acciaio inox, 1/4, serie 272
DESCRIZIONE
Le elettrovalvole a comando diretto della serie 272 sono valvole:
- fi lettate 1/4, a 2 vie NC (normalmente chiuse) ed NA (nor-
malmente aperte), corpo ottone od acciaio inox ;
- NC, con piano di posa, corpo ottone, per montaggio su base :
.
in ottone, 1/4, singola o assemblabile;
.
en alluminio, 1/2, singola o su barra.
Versioni ATEX 94/9/EC :
Vedere "Condizioni specifi che per un impiego sicuro".
CONDIZIONI SPECIFICHE PER UN IMPIEGO SICURO
Per gli operatori a solenoide ATEX 49/9/EC, si devono seguire
strettamente le istruzioni per l'impiego esposte nelle specifi che
Istruzioni d'installazione fornite a corredo del prodotto.
Versioni a teppetino:
- Sottobasi di ottone: Assemblaggio di una valvola a solenoide
standard con protezione IP65 od operatori a solenoide per at-
mosfere esplosive all'ATEX con il prefi sso "SCDU"/ II 3 DIP65,
"NF"-"NK"/Ex d, "PV"/Ex mb, "EM"/Ex emb, "ZN"/EEx nA.
INSTALLAZIONE
Le elettrovalvole ASCO devono essere utilizzate esclusiva-
mente rispettando le caratteristiche tecniche specifi cate sulla
targhetta. Per evitare che il materiale venga danneggiato, non
lasciare che i liquidi solidifi chino alle basse temperature e
rispettare i limiti massimo e minimo.
Variazioni sulle valvole o sui piloti sono possibili solo dopo
avere consultato il costruttore ed i suoi rappresentanti.
Prima della installazione, depressurizzare i tubi e pulire internamente.
Le elettrovalvole possono essere montate in tutte le posizioni.
La direzione del fl usso ed i collegamenti ai tubi sono indicati
sul corpo delle valvole.
I raccordi devono essere conformi alla misura indicata sull'ap-
posita targhetta.
ATTENZIONE:
•
Ridurre i raccordi può causare operazioni sbagliate o
malfunzionamento.
•
Per proteggere il componente installare, il più vicino pos-
sibile al lato ingresso, un fi ltro adatto al servizio.
•
Se si usano nastro, pasta spray o lubrifi canti simili durante
il serraggio, evitare che delle particelle entrino nel corpo
della valvola.
•
Usare attrezzature appropriate e posizionare le chiavi il più
vicino possibile al punto di raccordo.
•
Per evitare danni al corpo della valvola, NON SERRARE
ECCESSIVAMENTE i raccordi.
•
Non usare la valvola o il pilota come una leva.
•
I raccordi non devono esercitare pressione, torsione o
sollecitazione sull' elettrovalvola.
ALLACCIAMENTO ELETTRICO
L'allacciamento elettrico deve essere effettuato esclusiva-
mente da personale specializzato e deve essere conforme
alle norme locali.
ATTENZIONE:
•
Prima di mettere in funzione, togliere l'alimentazione elet-
trica, diseccitare il circuito elettrico e le parti sotto tensione.
•
I morsetti elettrici devono essere correttamente avvitati
secondo le norme prima della messa in servizio.
•
Le elettrovalvole devono essere provviste di morsetti di terra
a seconda della tensione e delle norme di sicurezza locali.
I piloti possono avere una delle seguenti caratteristiche elettriche:
2
1
•
Connettori a lancia secondo ISO-4400 /EN 175301-803 form
A (se installato correttamente, la classe di protezione di questo
connettore è IP65).
MESSA IN FUNZIONE
Prima di dare pressione alla valvola, eseguire un test elettri-
co. Eccitare la bobina diverse volte fi no a notare uno scatto
metallico che dimostra il funzionamento del pilota.
SERVIZIO
Molte elettrovalvole sono provviste di bobine per il funziona-
mento continuo. Per prevenire la possibilità di danneggiare
cose o persone, non toccare il pilota. Se di facile accesso,
l'elettrovalvola deve essere protetta per evitare qualsiasi
contatto accidentale.
EMISSIONE SUONI
L'emissione di suoni dipende dall'applicazione e dal tipo di
elettrovalvola. L'utente può stabilire esattamente il livello del
suono solo dopo aver installato la valvola sul suo impianto.
MANUTENZIONE
Generalmente questi componenti non necessitano spesso
di manutenzione. Comunque in alcuni casi è necessario fare
attenzione a depositi o ad eccessiva usura. Questi componenti
devono essere puliti periodicamente. Il tempo che intercorre
tra una pulizia e l'altra varia a seconda delle condizioni di
funzionamento. Il ciclo di durata dei componenti dipende dalle
condizioni di funzionamento. In caso di usura è disponibile un
set completo di parti interne per la revisione. Se si incontrano
problemi durante l'installazione e la manutenzione o se si
hanno dei dubbi, consultare ASCO o i suoi rappresentanti.
SMONTAGGIO VALVOLE
Smontare i pezzi seguendo l'ordine indicato sul disegno
esploso di queste istruzioni.
1. Togliere la clip di fi ssaggio (1) e sfi lare la bobina (2).
2. Svitare il cannotto (4) e separare il corpo valvola (8).
3. Togliere l'insieme nucleo mobile/molla di rinvio (5)(6) e la
guarnizione di tenuta (7).
4. Versione con comando manuale: togliere l'anello di blocco (9)
per liberare il dispositivo manuale (11) e la sua guarnizione (10)
5. Pulire o sostituire tutti i particolari.
RIMONTAGGIO VALVOLA
Montare i pezzi seguendo l'ordine indicato sul disegno esploso
di queste istruzioni e nell'ordine inverso rispetto al montaggio.
Assicurarsi che la clip di fi ssaggio sia posizionata corretta-
mente sulla bobina JMX (vedi disegno)
NOTA:
1. Lubrifi care tutte le guarnizioni di tenuta ed OR con del
grasso al silicone di alta qualità.
2. Dopo il rimontaggio, fare funzionare più volte l'elettrovalvola
al fi ne di assicurare che le manovre di apertura e di chiusura
siano corrette.
Versione con piano di posa:
Serraggio delle 4 viti di fi ssaggio, alla coppia indicata "A".
5
3
IT
1
BESCHRIJVING
Afsluiters uit de 272- serie zijn beschikbaar in NC
(normaal gesloten) of NO (normaal open) uitvoering met
¼ pijpaansluiting en voorzien van 2 aansluitpoorten met
messing of roestvaststalen behuizing.
- Basisplaat uitvoering is beschikbaar als NC (normaal geslo-
ten) met messing behuizing voor montage op:
.
een enkelvoudige of rijgbare basisplaat 1/4
.
een enkelvoudige aluminium basisplaat of rijgbare montagerail 1/2
ATEX 94/9/EG-versies:
Zie "Speciale voorwaarden voor veilig gebruik".
SPECIALE VOORWAARDEN VOOR VEILIG GEBRUIK
Voor magneetkoppen volgens ATEX 49/9/EG dienen de gebruiksin-
structies zoals vermeld in de specifi eke installatie-instructies die bij
het product worden geleverd, strikt te worden opgevolgd.
Versies met basisplaatmontage:
- Koperen basisplaten: Assemblage van een standaard
magneetklep met beschermingsgraad IP65 of magneetkop-
pen voor explosiegevaarlijke omgevingen volgens ATEX met
prefi x "SCDU"/ II 3 DIP65, "NF"-"NK"/Ex d, "PV"/Ex mb, "EM"/Ex
emb, "ZN"/EEx nA.
INSTALLATIE
ASCO producten mogen uitsluitend toegepast worden binnen
de op de naamplaat aangegeven specifi caties. Om schade
aan het materiaal te voorkomen, vermijden dat de vloeistof-
fen stollen bij lage temperatuur en de hoogste en laagste
temperaturen respecteren.
Wijzigingen zijn alleen toegestaan na overleg met de fabrikant
of haar vertegenwoordiger.
Voor het inbouwen dient het leidingsysteem drukloos gemaakt
te worden en inwendig gereinigd.
De positie van de afsluiter is naar keuze te bepalen.
De doorstroomrichting wordt bij afsluiters aangegeven op het afsluiterhuis.
De pijpaansluiting moet overeenkomstig de naamplaat-
gegevens plaatsvinden.
LET HIERBIJ OP:
•
Een reductie van de aansluitingen kan tot prestatie- en
functiestoornis leiden.
•
Ter bescherming van de interne delen wordt een fi lter in
het leidingnet aanbevolen.
•
Bij het gebruik van draadafdichtingspasta of tape mogen
er geen deeltjes in het leidingwerk geraken.
•
Men dient uitsluitend geschikt gereedschap voor de mon-
tage te gebruiken.
•
Gebruik een zodanig koppel voor leidingverbindingen dat
het product NIET WORDT BESCHADIGD.
•
Het product, de behuizing of de spoel mag niet als hefboom
worden gebruikt.
•
De pijpaansluitingen mogen geen krachten of momenten
op het product overdragen.
ELEKTRISCHE AANSLUITING
In geval van elektrische aansluiting dient dit door vakkundig
personeel te worden uitgevoerd volgens de door de plaatse-
lijke overheid bepaalde richtlijnen.
LET HIERBIJ OP:
•
Voordat men aan het werk begint moeten alle spannings-
voerende delen spanningsloos worden gemaakt.
•
Alle aansluitklemmen moeten na het beëindigen van het
werk volgens de juiste normen worden aangedraaid.
Installatie en Onderhouds Instrukties
2/2 NC of NO magneetafsluiter, direct werkend,
messing of roestvast staal behuizing, 1/4, serie 272
•
Al naar gelang het spanningsbereik moet het product volgens
de geldende normen van een aarding worden voorzien.
Het product kan de volgende aansluitingen hebben:
•
Stekeraansluiting volgens ISO-4400 /EN 175301-803 form
A (bij juiste montage wordt de dichtheidsklasse IP-65 ver-
kregen).
Voordat de druk aangesloten wordt dient een elektrische test
te worden uitgevoerd. lngeval van magneetafsluiters legt men
meerdere malen spanning op de spoel aan waarbij een duidelijk
"klikken" hoorbaar moet zijn bij juist functioneren.
De meeste magneetafsluiters zijn uitgevoerd met spoelen voor
continu gebruik. Om persoonlijk letsel en schade door aanra-
king van het spoelhuis te voorkomen dient men het aanraken
te vermijden, omdat bij langdurige inschakeling de spoel of het
spoelhuis heet kan worden. In voorkomende gevallen dient men
de spoel af te schermen voor aanraking.
Dit hangt sterk af van de toepassing en het gebruikte medium.
De bepaling van het geluidsniveau kan pas uitgevoerd worden
nadat de afsluiter is ingebouwd.
Het onderhoud aan de afsluiters is afhankelijk van de bedrijfs-
omstandigheden. We raden u aan om het product regelmatig
te reinigen, in intervallen die afhankelijk zijn van het medium
en de mate van onderhoud. Controleer tijdens het onderhoud
of onderdelen zijn versleten. In geval van slijtage zijn reserve-
onderdelensets beschikbaar om een inwendige revisie uit te
voeren. lngeval problemen of onduidelijkheden tijdens montage,
gebruik of onderhoud optreden dan dient men zich tot ASCO
of haar vertegenwoordiger te wenden.
Neem de afsluiter op een ordelijke wijze uit elkaar. Raadpleeg
daarbij de montagetekeningen die de afzonderlijke onderdelen
benoemen.
1. Verwijder de bevestigingsclip (1) en de spoel (2)
2. Schroef de plunjergang (4) los en verwijder deze uit hetaf-
sluiterhuis (8)
3. Verwijder de plunjer en de veer (5)(6) evenals de O-ring (7)
4. Versie met handbediening: Verwijder de clip (9) om de
handbediening (12) en haar O-ring (11) vrij te maken.
5. Alle onderdelen zijn nu toegankelijk voor reiniging of vervan-
ging
Monteer alle onderdelen in omgekeerde volgorde als aange-
geven is bij demontage, let daarbij wel op de montagetekening
voor de juiste plaatsing van de onderdelen.
Let erop dat de bevestigingsclip correct geplaatst is op de JMX
spoel (zie tekening)
N.B.:
1. Vet alle afdichtingen/O-ringen in met hoogwaardig siliconenvet.
2. Na het onderhoud dient men de afsluiter een aantal malen
te bedienen om de werking ervan te controleren.
Basisplaatmontage:
Aandraaimoment voor de 4 bevestigingsschroeven,
aangegeven met "A".
6
3
2
NL
1
1
IN GEBRUIK STELLEN
GEBRUIK
GELUIDSEMISSIE
ONDERHOUD
STEM DEMONTAGE
MONTAGE
IM238