2
Dichtgeknepen leidingen verwijderen
Wanneer u een koelmiddelleiding aansluit op de buitenunit,
verwijdert u eerst de dichtgeknepen leiding.
Verwijder de dichtgeknepen leiding als volgt:
1.
Sluit een vulslang aan op de servicepoort van de vloeistof-
zijdige afsluiter en de servicepoort van de gaszijdige
afsluiter.
2.
Verwijder het gas uit de dichtgeknepen leiding.
3.
Wanneer al het gas uit de dichtgeknepen leiding is ver-
wijderd, brandt u het soldeersel weg en verwijdert u de
dichtgeknepen leiding.
Gas dat nog overblijft in de afsluiter kan de
dichtgeknepen leiding wegblazen, en zo schade of
letsel veroorzaken.
Raadpleeg figuur 6.
1
Servicepoort
2
Gaszijdige afsluiter
3
Vloeistofzijdige afsluiter
4
Punt voor smelten soldeersel
5
Dichtgeknepen leiding
Voorzorgsmaatregelen bij het aansluiten van lokale
leidingen.
Soldeer eerst aan de gasafsluiter, en dan pas
aan de vloeistofafsluiter.
Breng soldeersel aan zoals aangegeven in de
afbeelding.
Gebruik de bijgeleverde bijbehorende leidingen
bij het uitvoeren van lokale leidingwerken.
Let er ook op dat de lokale leidingen geen
andere leidingen of bodem- of zijpaneel raken.
Vooral voor de onder- en zijaansluiting moet de
leiding met gepast isolatiemateriaal worden
beschermd, om te voorkomen dat ze de
behuizing kan raken.
3
Eén buitenunit gemonteerd: In geval van U-5~18MX4
(Zie figuur 8)
Aansluiting aan de voorkant:
Verwijder het deksel van de afsluitklep om de aansluiting tot
stand te brengen.
Aansluiting aan de onderkant:
Verwijder de breekopeningen uit het onderste frame en geleid
de leiding onder het onderste frame.
A
Aansluiting aan de voorkant
Verwijder het deksel van de afsluitklep om de aansluiting tot stand
te brengen.
B
Aansluiting aan de onderkant:
Verwijder de uitbreekopeningen uit het onderste frame en geleid
de leiding onder het onderste frame.
1
Gaszijdige afsluiter
2
Vloeistofzijdige afsluiter
3
Servicepoort voor bijvullen van koelmiddel
4
Gaszijdige accessoireleiding (1)
5
Gaszijdige accessoireleiding (2)
6
Vloeistofzijdige accessoireleiding (1)
7
Vloeistofzijdige accessoireleiding (2)
U-5~18MX4XPQ
Urban Multi airconditioner
4PW28163-1C
8
Soldeernaad
9
Leidingen aan gaszijde (lokale levering)
10
Leiding aan vloeistofzijde (lokale levering)
11
Sla de uitbreekopeningen door (gebruik een hamer)
Gaszijdige accessoireleiding aanleggen (2)
Alleen bij aansluiting op de zijkant, de gaszijdige accessoire-
leiding (2) snijden zoals afgebeeld in figuur 11.
1
Gaszijdige accessoireleiding
2
Punt om te snijden
3
Leidingen aan gaszijde (lokale levering)
4
Basis
Unittype
A
5 pK
166
(mm)
8 pK
156
(mm)
10 pK
156
(mm)
12 pK
150
(mm)
14~18 pK
150
(mm)
NOTE
Gebruik altijd de accessoireleiding wanneer u de
leiding lokaal aansluit.
Zorg ervoor dat de lokale leiding niet in contact
komt met andere leidingen, het onderste frame of
de zijpanelen van de unit.
4
Buitenunits geïnstalleerd in een systeem met meerdere
buitenunits: U-20~54MX4
Aansluiting aan de voorkant:
Verwijder het deksel van de afsluitklep om de aansluiting tot
stand te brengen. (Zie figuur 8)
Aansluiting aan de onderkant:
Verwijder de breekopeningen uit het onderste frame en geleid
de leiding onder het onderste frame. (Zie figuur 8)
4.1 Voorzorgsmaatregelen voor de aansluiting van leidingen
tussen buitenunits (systeem met meerdere buitenunits)
Het 5 pK-unittype kan niet worden gebruikt als een zelf-
standige unit in een multi-systeem.
Om de leidingen tussen buitenunits aan te sluiten, is altijd
een optionele leidingset voor meerdere aansluitingen
CZ-32-48PJ4PQ vereist. Raadpleeg voor het monteren van
de leidingset de montagehandleiding die daarbij wordt
meegeleverd.
Sluit de leidingen alleen aan wanneer aan de voorwaarden
voor installatie die hier in hoofdstuk "6.4. Aansluiten van de
koelleidingen" op pagina 5 worden vermeld, is voldaan en
raadpleeg altijd de montagehandleiding van de set.
4.2 Mogelijke installatiepatronen en -configuraties
De leidingen tussen de buitenunits moeten waterpas of licht
stijgend worden aangelegd om te voorkomen dat olie in de
leidingen blijft staan.
Schema 1
1
1
Naar binnenunit
Schema 2
1
1
Naar binnenunit
B
C
D
16
199
246
17
188
247
23
192
247
29
192
247
29
192
251
1
1
Montagehandleiding
6