02
Aansluitingen
1
Sluit de analoge audiouitgangen van uw
CD-speler (of andere component) aan op de
CD-ingangen van deze versterker.
Maak gebruik van een stereo
RCA-tulpstekkerkabel zoals wordt aangeduid.
• Sluit overige apparatuur (zoals een
1
iPod
-dock of draagbare audiospeler) op
dezelfde wijze aan op de AUX en TUNER
aansluitingen.
2
Sluit de analoge audiouitgangen van uw
cassettedeck (of andere opnameapparatuur)
aan op de TAPE-ingangen (IN) van deze
versterker. Sluit vervolgens de
audioingangen van het cassettedeck aan op
de TAPE-uitgangen (OUT) van deze
versterker.
Dit stelt u in staat om opnames te maken van
de apparatuur die is aangesloten op deze
versterker. Maak gebruik van een stereo
RCA-tulpstekkerkabel zoals wordt aangeduid.
3
Enkel voor platenspelers: Sluit de
audiouitgangen van uw platenspeler aan op
de PHONO-ingangen van deze versterker.
• Als uw platenspeler is voorzien van een
aardingsdraad, dient u dit vast te maken aan
de ground-aansluiting van deze versterker.
• Als uw platenspeler is voorzien van
lijnvermogen-uitgangen (bijvoorbeeld een
ingebouwde phono-voorversterker) dient u
hem in plaats daarvan aan te sluiten op de
AUX-ingangen.
• Verzeker u ervan dat de MM/MC-
schakelaar zich in de juiste stand bevindt.
Als het geluid van de platenspeler te luid of
vervormd wordt weergegeven, of juist te
zacht is, kunt u proberen om deze
instelling te veranderen.
De luidsprekers aansluiten
Verzeker u ervan dat u de luidspreker links op de
linkeraansluiting en de luidspreker rechts op de
rechteraansluiting aansluit. De positieve en
negatieve (+/–) aansluitingen op de versterker
moeten overeenkomen met die van de
luidsprekers. U kunt luidsprekers gebruiken met
een nominale impedantie van 4 Ω t/m 16 Ω.
Opmerking
1 iPod is een geregistreerd handelsmerk van Apple Inc. in de V.S. en andere landen.
8
Nl
Verzeker u ervan dat alle aansluitingen zijn
afgerond alvorens het apparaat aan te sluiten op
het lichtnet.
Linkerluidspreker
CONTROL
OUT
SIGNAL
GND
L
R
MM/MC
PHONO
•
Sluit de luidsprekers aan op de
luidsprekeraansluitingen zoals hierboven
wordt aangeduid.
Het aansluitschema voor de linkerluidspreker
wordt aangegeven. Sluit de rechterluidspreker
op dezelfde wijze aan. Hiervoor kunnen alle
gewone soorten draadaansluitingen worden
gebruikt (zie hieronder).
Aansluiting met gewoon draad
Verzeker u ervan dat de luidsprekerkabel die u
wenst te gebruiken juist is voorbereid, waarbij
ongeveer 10 mm van het isolatiemateriaal
dient te worden verwijdert van de uiteinden, en
vervolgens in elkaar dienen te worden gedraaid
(fig. A).
Draai de aansluiting een aantal maal los totdat
er voldoende ruimte overblijft om het
ontblootte draad vast te maken (fig. B). Maak
de aansluiting weer stevig vast zodra het draad
zich op de juiste plek bevindt om hem
zodoende vast te klemmen (fig. C).
fig. A
fig. B
10 mm
AC IN
L
SPEAKER
fig. C