gebruik op te laden. Plaats de batterij zoals aangegeven op pagina 1. Maak de afdekking los van het batterijbakje
aan de achterkant van het toestel, til op en verwijder (afb.1,2,3); plaats de batterij door de connector correct in
de zitting te steken (afb.4,4a); plaats de afdekking van het batterijbakje terug en sluit (afb.5,6). Ga verder met het
opladen volgens de instructies in punt 2.3.1.
1.2. Stel het apparaat in werking met behulp van de schakelaar (2).
1.3. Op het einde van iedere afzuigbehandeling moet u de schakelaar (2) altijd weer op 0 stellen (ook als de batterij
bijna leeg is) om de autonomie van de batterij te sparen. Indien de rode led (1c) tijdens het gebruik knippert en de
zoemer afgaat, betekent dit dat de autonomie van het apparaat bijna verstreken is. U dient het apparaat in deze
condities zo snel mogelijk op te laden.
VOORZICHTIG: Controleer de status van de batterij regelmatig minimaal één keer per maand om te voorkomen dat u
het apparaat in een noodgeval moet gebruiken en niet om de interne stroombron te ondersteunen. Het wordt aanbe-
volen om de batterij minstens eenmaal per 3 maanden op te laden.
2.
Werking of opladen met behulp van de kabel voor de sigarettenaansteker (12V DC), of met de voeding voor
meerdere spanningstypes:
2.1. Kabel voor sigarettenaansteker (12V DC) (20):
2.1.1. Sluit de externe aansluiting (18) van het toestel via de de kabel voor de sigarettenaansteker (20) aan op de
aansluiting van de sigarettenaansteker. Controleer of de accu van het voertuig of van de boot opgeladen is voor-
aleer het apparaat met de kabel voor de sigarettenaansteker te gebruiken.
2.1.2. Stel het apparaat met behulp van de schakelaar (2); in werking deze handeling wordt aangegeven door de
inschakeling van de groene led (1a). Het apparaat is voorzien voor afwisselend gebruik 30 min ON/30 min OFF.
2.2. Voeding voor meerdere spanningstypes(switching) (19).
2.2.1. Sluit de connector van het apparaat aan op de externe socket (18) van het apparaat. Steek het netsnoer in
het stopcontact dat overeenkomt met het voltage van het apparaat en trek vervolgens de stekker uit het stopcon-
tact aan het einde van het apparaat. De plaats van het stopcontact mag de ontkoppeling van het elektriciteitsnet
niet bemoeilijken. Indien de stekker van de voedingskabel verschilt van het stopcontact, dient u zich tot de verko-
per of een erkend servicecentrum te wenden.
2.2.2. Herhaal de instructies van punt 2.1.2
2.3. Opladen van de interne batterij via de kabel voor de sigarettenaansteker van het voertuig, of met een voe-
ding voor meerdere spanningstypes:
Controleer of de accu van het voertuig of van de boot opgeladen is vooraleer het apparaat met de kabel voor de
sigarettenaansteker te gebruiken.
2.3.1. De batterij wordt opgeladen door de kabel voor de sigarettenaansteker of de voeding voor meerdere span-
ningstype (19) op de externe aansluiting (18) van het apparaat aan te sluiten. Het inschakelen van de groen led (1a)
en van de gele led (1b) geeft aan dat de interne batterij aan het opladen is.
Laat het apparaat de eerste keer 24 uur opladen; daarna is het voldoende om (minimum) 7 uur op te laden voor het
model P1611EM-20 en (minimum) 4 uur voor het model P1611EM-30.
FUNCTIES VAN DE LED'S
1a 1b 1c
BATTERIJ VERVANGEN
Volg de aanwijzingen op pagina 1 om de batterij te vervangen. Maak de afdekking los van het batterijbakje aan de
achterkant van het toestel, til op en verwijder (afb.1,2,3); haal de batterij eruit die vervangen moet worden en plaats
de nieuwe batterij door de connector correct in de zitting te steken (afb.4,4a); plaats de afdekking van het batterijbak-
je terug en sluit (afb.5,6). Ga daarna verder met het opladen volgens de instructies in punt 2.3.1.
De lege batterij moet gedeponeerd worden in de voorziene inzamelbakken, ofwel wendt u zich tot
een erkend inzamelcentrum van afvalstoffen.
GROENE LED (1a): wanneer deze led aan is, geeft die aan dat er externe voeding is
(12VDC), dit betekent dat de switching-voeding is aangesloten op de aansluiting (18)
van het apparaat.
GELE LED (1b): wanneer die aan is, betekent dit dat de batterij aan het opladen is;
wanneer deze led uit is, betekent dit dat de batterij opgeladen is en klaar voor ge-
bruik*.
Alleen voor het model P1611EM-30: indien de GELE LED (1b) knippert, betekent
dit dat de batterij niet aangesloten en/of niet correct op het circuit aangesloten is
(zie afb. 4, 4a, 4b).
RODE LED (1c): knipperend en geluidssignalering actief, beide geven aan dat de
batterij bijna op is en dat u zo snel mogelijk moet opladen.
*BELANGRIJK: om de batterij op te laden, steekt u de stekker van de voeding
(12VDC) in de aansluiting (18) van het apparaat.
31