Descargar Imprimir esta página

Volvo Penta 3583738 Instrucciones De Montaje página 9

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 6
Deze montageset bevat:
Onderdeel
Vacuümventiel
Aftakstuk
Slangklemmen (B-38)
Slangklemmen (B-44)
Reduceerleiding
Slang
Montagevoorschrift
Juist gemonteerd verhindert het vacuümventiel dat
hevelwerking kan ontstaan met het binnendringen
van water in de motor als gevolg. NB! Op zeilboten
moet de zeef van de zeewaterinlaat achteruit zijn
gericht, hetgeen verhindert dat het water omhoog
wordt gedrukt in de koelwaterleiding tijdens het
zeilen. Op motorboten moet de zeef naar voren zijn
gericht. Bij het slepen van motorboten moet de
bodemkraan worden gesloten.
Het vacuümventiel dient te worden gemonteerd als
de afstand tussen de uitlaatleiding en de waterlijn
kleiner is dan 200 mm (A).
Het ventiel moet zo dicht mogelijk bij het centrum
van de boot worden gemonteerd en ca. 500 mm bo-
ven de waterlijn (B). Denk eraan dat bij de installatie
in een zeilboot deze afstand zelfs bij volledig slag-
zij moet worden aangehouden. Het vacuümventiel
mag niet worden gemonteerd op de motor. Een ge-
schikte plaats is bijv. een schot dat in voorkomende
gevallen dient te worden versterkt om zo trillingsvrij
mogelijk te zijn.
Installeer het ventiel als volgt:
1.
Monteer de aftakking met ventiel (1) op een geschik-
te plaats overeenkomstig de hierboven aangegeven
afstanden. Het vacuümventiel moet naar boven zijn
gericht.
2.
Demonteer de slang tussen de zeewateruitlaat op de
warmtewisselaar en de uitlaatbocht. Draai de uitlaat
op de uitlaatbocht schuin omhoog om makkelijker
een nieuwe slang te kunnen monteren.
Plus d'informations sur : www.dbmoteurs.fr
Aantal
Pos. op
afbeelding
1
1
1
2
2
3
2
4
1
5
1
6
1
-
3.
Voeg reduceerleiding (5) samen met slang (6) en
bevestig met slangklem (4). Monteer slang (6) op
de zeewateruitlaat en bevestig met slangklem (4).
Een slang (leverbaar per meter, Ø 25 mm) wordt
gemonteerd tussen de reduceerleiding (5) en vertak-
king (2) en bevestigd met slangklemmen (3). Daarna
wordt een slang gemonteerd tussen de vertakking (2)
en de warmtewisselaar en bevestigd met slangklem-
men (3).
(De waterslang zit niet in de set. VP art. nr. 952972
Ø 25 mm wordt aanbevolen.)
NB! De slangen moeten worden getrokken met ruime
bochten en op een zodanige wijze dat ze niet worden
samen geklemd of er vouwen ontstaan die de water-
stroom belemmeren. Als de slangen worden getrok-
ken door een schot verdient het aanbeveling deze te
beschermen met een rubberen ring of iets dergelijks.
4.
De slang op het bovenste deel van het ventiel moet
zo worden getrokken dat er geen bochten ontstaan
en zo dat eventueel afdruipend water geen schade
veroorzaakt. (De slang zit niet in de set. VP art. nr.
941149 wordt aanbevolen.) Max. lengte 0,5 m.
Onderhoudsinstructie
Om het vacuümventiel naar tevredenheid te laten
functioneren, moet het twee keer per seizoen uit el-
kaar worden gehaald of als sprake is van lekkage.
Demonteer het gehele ventiel van het schot of waar
het anders is gemonteerd.
Maak het deksel van het ventiel los, haal de pakking
en het membraan eruit en verwijder evt. afzettingen.
Een gedeformeerd membraan moet worden vervang-
en.
De installatie moet plaatsvinden met het ventiel
omhoog en omlaag. Leg het membraan in het dek-
sel. Zorg ervoor dat het gehele membraan op de da-
arvoor bedoelde plaats komt. Het membraan mag
niet beklemd raken in de pakking. Plaats de pakking
en schroef het deksel erop. NB! Aanhaalkoppel 2
Nm (0,2 kpm). Als het deksel te stevig wordt vast-
gedraaid, functioneert het ventiel niet meer.

Publicidad

loading