randen, aan wrijvingen of breuken, ...
Controleer vóór elk gebruik: of het blokkeringssysteem werkt en of de valverklikker niet ontgrendeld is (indien aanwezig op het
verbindingsstuk). Controleer of de absorber niet ontgrendeld is. Controleer of de band niet stuk, gerafeld of verbrand is. Controleer
of de metalen deeltjes niet vervormd of verroest zijn, en controleer of de verbindingsstukken goed werken (vergrendelen/openen). De
beveiligingsbehuizingen en de afdekking van de energieafleider moeten aanwezig zijn en niet beschadigd. De markeringen moeten leesbaar
blijven. In geval van twijfel over de staat van het apparaat, of na een val, mag het apparaat niet meer worden gebruikt (aangeraden wordt om
het te identificeren als "BUITEN DIENST") en moet het naar de fabrikant of naar een competent persoon die door de fabrikant is gemachtigd,
worden gestuurd.
Het is verboden om een onderdeel van het apparaat te verwijderen, toe te voegen of te vervangen.
Chemische producten: Stel het apparaat buiten werking in geval van contact met chemische producten, oplosmiddelen of brandstoffen die
de werking kunnen aantasten.
TECHNISCHE KENMERKEN:
Bruikbare lengte (van verbindingsstuk tot verbindingsstuk): 1,80 m. Breedte band: 25 mm - Materiaal: polyester - Breeksterkte > 15 kN
GEBRUIK IN COMBINATIE MET ANDER VEILIGHEIDSMATERIAAL:
Het apparaat wordt gebruikt met een valstopsysteem zoals omschreven in de beschrijving (zie norm EN363) om ervoor te zorgen dat de
tijdens de valstop ontwikkelde energie minder dan 6 kN bedraagt. Een veiligheidsharnas (EN361) is het enige lichaamsharnas waarvan het
gebruik is toegestaan. Het kan gevaarlijk zijn om een eigen valbeschermingssysteem te maken waarin elke veiligheidsfunctie invloed kan
hebben op een andere veiligheidsfunctie. Raadpleeg dus vóór elk gebruik de aanbevelingen voor gebruik van elk onderdeel van het systeem.
CONTROLES:
De indicatieve levensduur van het product is 10 jaar (in het kader van de jaarlijkse inspectie door een door KRATOS SAFETY officieel
erkend deskundig persoon) voor de apparaten met een band, maar deze kan toenemen of afnemen afhankelijk van het gebruik en/of de
resultaten van de jaarlijkse controles.
De uitrusting moet systematisch worden gecontroleerd in geval van twijfel, na een val en ten minste elke twaalf maanden, door de fabrikant
of een competent persoon die door de fabrikant gemachtigd is en volgens de periodieke controlevoorschriften van de fabrikant (en meer in het
bijzonder de Inspectiegids ref. GI XX-XXXXXX-XX), om de weerstand en dus de veiligheid van de gebruiker te garanderen. De resultaten
van de periodieke inspectie moeten worden vermeld in het verslag van de inspectie ENTECH01 (te downloaden op onze website). Het is
aanbevolen de periodieke inspecties te documenteren met een inspectierapport en foto's.
De beschrijving moet (schriftelijk) worden aangevuld na elke controle van het product; de controledatum en de datum van de volgende
controle moeten worden aangeduid op de beschrijving en het is ook raadzaam de datum van de volgende controle aan te geven op het product.
ONDERHOUD EN OPSLAG: (Strikt na te leven voorschriften)
Tijdens het vervoer houdt u de uitrusting verwijderd van alle snijdende delen en bewaart u deze in de verpakking. Schoonmaken met water
en zeep. Afnemen met een doek en ophangen in een geventileerde ruimte, zodat de uitrusting op natuurlijke wijze kan drogen en uit de buurt
houden van elk open vuur of warmtebron. Dit geldt ook voor onderdelen die tijdens het gebruik nat zijn geworden. Het apparaat moet in zijn
verpakking opgeborgen worden in een droge en geventileerde ruimte met gematigde temperatuur.
17