Gas ballast
Het gas ballast ventiel beperkt het condenseren van gassen binnenin de pomp en voorkomt alzo dat de
olie snel 'vervuild' geraakt. Wanneer de gas ballast opengedraaid wordt, kan de relatief vochtige
lucht die aangezogen wordt door de pomp sneller naar de minder vochtige buitenlucht toe afgevoerd
worden.
Op deze manier wordt vermeden dat de vochtige aangezogen lucht condenseert in de
pompolie.
Dit fenomeen doet zich vooral voor in de aanvangsfase van het evacuatieproces waarbij relatief grote
hoeveelheden vochtige lucht door de pomp passeren. Men dient dan ook de gas ballast open te houden
tijdens de 1e fase van de evacuatie. Nadat men een bepaald vacuüm heeft bereikt, dient men de gas
ballast te sluiten om uiteindelijk het eindvacuüm te bereiken.
Algemeen gebruik van de pomp
De vacuümpomp is standaard geleverd met de volgende accessoires :
1. Een electro magneetventiel dat op de inlaat van de pomp werd gemonteerd en eventueel makkelijk
vervangen of verwijderd kan worden. Dit magneetventiel garandeert dat het vacuüm behouden
blijft wanneer de voedingsspanning naar de pomp toe zou onderbroken worden.
2. Een vacuümmeter die toelaat het bereikte vacuüm te controleren of kan gebruikt worden ter
controle van lekken in het gevacumeerde systeem.
3. Een olienevel filter. Deze filter voorkomt dat overmatige oliedampen door de pomp geventileerd
worden bij het aanzuigen van grote hoeveelheden lucht.
4. Een terugslagklep in de inlaat welke voorkomt dat olie uit de pomp naar het gevacumeerde systeem
toestroomt wanneer de pomp wordt uitgeschakeld.
5. Een 'dual voltage' schakelaar welke toelaat de pomp zowel op 220 V als op 110 V te gebruiken
(manueel omschakelbaar).
6. De pomp kan standaard zowel op 50 Hz als op 60 Hz gebruikt worden zonder verdere
omschakeling.
7. Uitgerust met zowel een 1/4" als een 3/8" SAE aansluiting.
8. De electromotor is beveiligd tegen electrische en thermische overbelasting. Dit vermijdt dat er
schade aan de motorwindingen zou ontstaan indien de motor te warm zou worden of indien de
stroom naar de motor toe te hoog zou zijn (vb bij geblokkeerde pomp).
De minimale koude starttemperatuur van deze pompen bedraagt 0°C en zelfs lager. Indien gebruik
bij zeer lage temperaturen is gewenst, dient men de carter extern te verwarmen om een
storingsvrije koude start te garanderen.
Een optionele manifold montage set kan geleverd worden om de pomp snel en eenvoudig uit te rusten
met een 1, 2, 4 of 5 kraans manifold.
De pomp kan geleverd worden met verschillende types electrische stekkers / kabels. Gelieve het
gewenste type aan te geven.
De pomp kan gebruikt worden op alle CFC, HCFC en HFC koelsystemen. Voor gebruik op CFC en HCFC
systemen, wordt minerale vacuümpompolie type 205-P aanbevolen. Voor gebruik op HFC systemen is
ester olie type 500-P aangewezen.
ITE - Belgium – Tel: +32 3 766 02 02 - Fax: +32 3 766 10 67 - sales@ite-tools.com
19