camera toch verdere video-opnamen en schakelt deze alleen de OSD uit. Om steeds overzicht te
blijven houden, adviseren wij de functie LCD-uit te deactiveren („Uit"). Alleen als de camera in
accumodus wordt gebruik (bijv. als „bewakingscamera" met bewegingssensor – wordt aangeraden
deze functie te activeren, om stroom te besparen.
Hoofdinstellingen (pictogram moersleutel)
1. Datum / Tijd:
Hier moet u voor de eerste inbedrijfstelling de actuele datum en de juiste tijd instellen. De hier
ingestelde tijd kan in de opgenomen video telkens als „time stamp" worden geïntegreerd. (zie ook
punt 11)
2.Auto uit:
Met deze functie kan de belichting van het display automatisch worden uitgeschakeld wanneer 2, 5 of
10 minuten geen cameratoetsen worden bediend. Afhankelijk van de camera-instelling neemt de
camera toch verdere video-opnamen en schakelt deze alleen de OSD uit. Om steeds overzicht te
blijven houden, adviseren wij de functie Auto-uit te deactiveren („Uit"). Alleen als de camera in
accumodus wordt gebruikt (bijv. als „bewakingscamera" met bewegingssensor – wordt aangeraden
deze functie te activeren, om stroom te besparen.
3. Geluidssignaal:
Hier kan het geluidssignaal bij de camerabediening worden geactiveerd en gedeactiveerd.
4. Taal:
Hier kunt u kiezen tussen: Engels, Duits, Frans, Spaans, Italiaans, Portugees, Chinees, Japans en
Russisch.
5. TV-modus:
Hier kunt u kiezen tussen de Europese PAL-standaard of de Amerikaanse NTSC-standaard.
6. Hz / frequentie:
Hier kunt u kiezen tussen de in Europa gebruikelijke filmfrequentie van 50Hz (zoals de
neonverlichting) of de in de VS gebruikelijke 60 Hz. Afhankelijk van de instelling maakt de camera bij
het filmen ofwel 25 opnamen per seconden (frames per second = fps) of 30 fps.
7. Formaat:
Hier kunt u de geheugenkaart opnieuw formatteren wanneer u deze helemaal opnieuw wilt
volschrijven.
8. Standaardinstelling:
Met deze functie kan de camera weer op de fabrieksinstellingen worden ingesteld. Alle handmatige
menu-instellingen worden met deze functie gereset.
9. Image-flip:
als de camera „verkeerd om" wordt aangebracht, kan met de functie „Image Flip" (180° draaien) de
opname weer zodanig worden gecorrigeerd, dat op de beelden „boven" weer boven en „onder" weer
onder is.
- 36 -