Model 379E Draadloos toegangssysteem met
rolling code en vingerafdruksensor
OVERZICHT
Voor gebruik met elke 433 MHz garagepoortaandrijving met oran-
je leertoets (zie stap 4).
Het systeem maakt gebruik van biometrische technologie om een
bevoegde gebruiker toegang te verlenen door de vingerafdruk te
scannen. De sensor maakt een numeriek sjabloon van de unieke
vingerafdruk van de gebruiker. In het geheugen kunnen tot tien
vingerafdrukken worden opgeslagen.
het begrip „aanmelden" (enrol) heeft betrekking op het scannen
•
van de vingerafdruk, opdat het toestel de gebruiker kan
herkennen
het begrip „bewegen" (enrol) heeft betrekking op de beweging
•
van de vinger over de sensorstrook
het begrip "LED" slaat op de lichtdioden. Het draadloos codeslot
•
met vingerafdruksensor heeft 6 LED's.
Wanneer het toestel is ingeschakeld, is het zo geprogrammeerd
dat het na een korte poos zelfstandig uitschakelt. De sensorstrook
is gevoelig en het is dan ook essentieel om de tips voor een cor-
rect gebruik aandachtig te lezen vooraleer u probeert om het
draadloos codeslot met vingerafdruksensor te gebruiken.
Opmerking: Beweeg uw vingers pas over de sensorstrook, wan-
neer u zich op de aanmelding hebt voorbereid, aangezien u
anders de aanmeldprocedure zou kunnen starten.
STAP 1 – INSTALLATIE VAN HET TOESTEL
1. Verwijder de afdekking
2. Bevestig de onderste schroef op het montagevlak. Laat ze 3
mm boven het vlak uitsteken. Positioneer het toestel op de
schroefkop en stel de positie bij, zodat het toestel nauw
aansluit.
3. Bevestig de bovenste schroef en breng de afdekking weer aan.
WAARSCHUWING
Om zware of dodelijke kwetsuren door een bewegende deur te vermijden:
• Installeer het draadloze codeslot op gezichtsafstand van de garagepoort
en buiten het bereik van kinderen op een minimumhoogte van 1,50 m,
en niet in de buurt van bewegende elementen van de poort.
• Bewaar de handzenders altijd buiten het bereik van kinderen. Laat
kinderen de handzenders nooit bedienen of ermee spelen
• Activeer de poort enkel wanneer ze duidelijk te zien is, correct is
ingesteld en er zich geen hindernissen op het traject van de poort bevin
den.
• Hou de poort altijd in de gaten tot ze volledig gesloten is. Laat niemand
passeren in het traject van de bewegende poort.
TIPS VOOR EEN CORRECT GEBRUIK
BELANGRIJK:
1. Controleer of de vinger proper en droog
is. Leg de vinger vlak boven de sen
sorstrook en met de bovenste
vingerkneukel over de sensor.
2. Beweeg uw vinger recht omlaag en
hou goed contact met de sensor. U
moet een langzame en gelijkmatige
beweging maken.
Speciale opmerking: Gebruik dezelfde vinger
voor elke scanprocedure. Het is belangrijk dat u uw vinger langza-
am en stabiel boven de sensorstrook beweegt, aangezien dit de
voornaamste oorzaak is van fouten tijdens het scannen.
Begin de scan-
Beweeg de vinger recht
procedure aan
omlaag en hou goed con-
de bovenste
tact met de sensorstrook.
vingerkneukel
boven de
sensorstrook.
Sensorstrook
VERKEERD:
• Buig de vinger nooit tijdens het scannen, anders wordt enkel de
vingertop gescand
• Beweeg de vinger recht omlaag, niet opzij
• Beweeg de vinger recht boven de sensorstrook, niet scheef of
zijdelings
Sensorstrook
Aan de
vingertop
moet het
scannen
oltooid zijn.