• Ontgrendel voor de tussenliggende hoeken de zaagkop en
draai deze iets naar links. Trek daarna de deblokkeerknop van
de afschuinvergrendeling (27) uit en draai deze in de stand
deblokkeren (62). De deblokkeerknop klikt automatisch vast.
• Stel de gewenste afschuinhoek in en vergrendel de zaagkop.
• Draai de deblokkeerknop van de afschuinvergrendeling (27) terug in
de afschuinvergrendeling (61) om te beëindigen.
AFSCHUINHOEK CONTROLEREN EN AANPASSEN (FIG. A1, A2 EN I5)
• Zorg ervoor dat de deblokkeerknop (27) zich in de afschuinpositie
bevindt.
• Maak de vergrendelknop van de linker parallelgeleiding (29) los en
schuif het bovenste deel van de parallelgeleiding zo ver mogelijk
naar links.
• Maak de afschuinklemhendel (11) los en beweeg de zaagkop naar
links. Dit is de afschuininstelling van 45º.
• Als aanpassing nodig is, ga dan als volgt te werk:
• Verstel de aanslagschroef (9) totdat de wijzer (58) 45º aangeeft.
RAILGELEIDING INSTELLEN (FIG. L)
• Controleer de rails regelmatig op speling.
• Draai de instelschroef (64) geleidelijk rechtsom om de speling te
verminderen terwijl de zaagkop naar voren en achteren wordt
geschoven.
Instructies voor gebruik
Neem altijd de veiligheidsinstructies in acht en houdt u aan
de geldende voorschriften.
Gebruikers in het VK worden gewezen of de "woodworking machines
regulations 1974" en alle aanvullingen daarop.
Voor gebruik
• Breng het juiste zaagblad aan. Gebruik geen overmatig versleten
zaagbladen. Het zaagblad moet geschikt zijn voor het maximum
toerental van de machine.
• Probeer niet om extreem kleine werkstukken te zagen.
• Oefen bij het zagen geen overmatige druk op het zaagblad uit.
Forceer het zagen niet.
• Laat de motor voor het zagen op volle toeren komen.
• Zorg er voor dat alle knoppen en hendels goed vastgedraaid zijn.
• Klem het werkstuk vast.
• Hoewel deze zaagmachine geschikt is voor het zagen van hout en
veel niet ijzerhoudende metalen, hebben deze bedieningsinstructies
alleen betrekking op het zagen van hout. Dezelfde instructies gelden
echter ook voor andere materialen. Zaag met deze zaagmachine
geen ijzer, staal, vezelcement of metselwerk!
• Gebruik altijd de sleufplaat. Gebruik de machine niet als de sleuf
breder is dan 10 mm.
In- en uitschakelen (fi g. M)
De aan/uit-schakelaar is voorzien van een gat (65) om een hangslot
door te steken om de machine uit bedrijf te vergrendelen.
• Druk de aan/uit-schakelaar (1) in om de machine in te schakelen.
• Stop de machine door de schakelaar los te laten.
Variabele snelheid instellen (fi g. M)
DW712
Het stelwiel voor elektronische snelheidsregeling (19) kan worden
gebruikt om vooraf de maximum snelheid in te stellen.
• Draai het stelwiel voor de snelheidsregeling (19) naar de gewenste
waarde, aangegeven met een nummer.
• Gebruik een hoog toerental voor het zagen van zachte materialen
zoals hout. Gebruik een laag toerental voor het zagen van metaal.
Basis zaagsneden
VERTICALE RECHTE AFKORTSNEDE (FIG. A1, A2 EN N)
• Maak de verstekhendel (4) los en druk de verstekgrendel (5) in om
de verstekarm vrij te geven.
• Zet de verstekgrendel in de 0°-positie en zet de verstekhendel vast.
• Leg het te zagen hout tegen de parallelgeleiding (3 en 7).
• Pak de bedieningshendel (18) vast en druk op de
zaagkopontgrendeling (17) om de zaagkop vrij te geven. Druk op
de aan/uit-schakelaar (1) om de motor in te schakelen.
• Druk de zaagkop naar beneden om door het hout te zagen. Het
zaagblad gaat in de sleuf van de sleufplaat (31).
• Laat na het zagen de schakelaar los en wacht tot het zaagblad
volledig tot stilstand is gekomen voordat u de zaagkop laat
terugkeren naar zijn bovenste ruststand.
SCHUIFZAAGSNEDE (FIG. O)
Met behulp van de geleiderails is het mogelijk om, gebruik makend van
een voor-, neer- en achterwaartse schuifbeweging, grotere werkstukken
van 50 x 100 mm tot 500 x 1000 mm te zagen.
• Zet de vergrendelknop van de geleiderails (13) vrij.
• Trek de zaagkop naar u toe en schakel de machine in.
• Laat het zaagblad in het werkstuk zakken en duw de zaagkop
terug om de zaagsnede te voltooien.
• Ga te werk zoals hierboven beschreven.
• Maak geen schuifzaagsneden bij werkstukken die kleiner
zijn dan 50 x 100 mm.
• Vergeet niet om de zaagkop in de achterste positie te
vergrendelen als de werkzaamheden zijn voltooid.
VERTICAAL ZAGEN MET VERSTEK (FIG. A1, A2 EN P)
• Maak de verstekhendel (4) los en druk de verstekgrendel (5) in
om de verstekarm vrij te geven. Beweeg de zaagarm naar links of
rechts om de gewenste hoek in te stellen.
• De vaste verstekgrendelposities zijn 10°, 15°, 22,5°, 31,62° en
45°, zowel links als rechts, en 60° links en 50° rechts. Houd voor
tussenliggende hoeken de zaagkop stevig vast en zet hem vast
door de verstekhendel vast te zetten.
• Zorg er voor het zagen altijd voor dat de verstekhendel is
vastgezet.
• Ga verder zoals beschreven voor de verticale rechte afkortsnede.
Als een stuk hout met een beschadigde kant wordt
gezaagd, leg het hout dan zo tegen de zaag, dat de
beschadigde kant zich aan de kant met de grootste hoek
t.o.v. de parallelgeleiding bevindt; d.w.z. bij zagen met
verstek naar links de beschadiging links, bij zagen met
verstek naar rechts de beschadiging rechts.
AFSCHUINEN (FIG. A1, A2 EN Q)
De afschuinhoek kan worden ingesteld tussen 48° naar links en 2° naar
rechts. Hierbij kan de verstekarm tussen 0° en maximaal 45° naar links
of naar rechts worden ingesteld.
• Maak de vergrendelknop van de linker parallelgeleiding (29) los
en schuif het bovenste deel van de parallelgeleiding (3) zo ver
mogelijk naar links. Draai de afschuinklemhendel (11) los en stel de
afschuinhoek op de gewenste waarde in.
• Zet de afschuinklemhendel (11) stevig vast.
• Ga verder zoals beschreven voor de verticale rechte afkortsnede.
Kwaliteit van de zaagsnede
Hoe glad een zaagsnede is, hangt altijd af van een aantal variabelen,
zoals het te zagen materiaal. Als optimale zaagsneden nodig zijn,
bijvoorbeeld voor het maken van lijsten en ander precisiewerk, gebruik
dan een scherp zaagblad (60 tanden, hardmetaal) en een lagere,
gelijkmatige zaagsnelheid om het gewenste resultaat te bereiken.
Zorg er voor dat het materiaal tijdens het zagen niet
wegschuift; maak het stevig vast. Laat de zaagarm pas
omhoogkomen als het zaagblad volledig tot stilstand is
gekomen. Als aan de achterkant toch kleine splinters
ontstaan, plak dan een stuk crêpeplakband op de plaats
waar de zaagsnede zal worden gemaakt. Zaag door het
crêpeplakband en verwijder het voorzichtig na het zagen.
Plaatsen van het lichaam en de handen
Het op de juiste manier plaatsen van het lichaam en de handen maakt
het zagen gemakkelijker, nauwkeuriger en veiliger.
• Plaats uw handen nooit in de buurt van de zaagsnede.
N E D ER L A ND S
59