• Zorg dat de bovenste drie tanden van het zaagblad bij het zagen net
boven de bovenzijde van het werkstuk uitsteken. Zo zijn de prestaties
optimaal, omdat het grootst mogelijke aantal tanden door het werkstuk
snijdt.
• Draai de borgring vast (10).
• Om de instelling duidelijk te kunnen weergeven is de
beschermkap in de figuur omhooggeklapt. Zorg dat de
beschermkap voor het zagen in de juiste stand staat.
• Laat het zaagblad niet verder zakken wanneer de
beschermkap over de volle lengte de zaagtafel raakt.
Afstellen van de hoek van het zaagblad (fig. G1 - G5)
Afstellen van de rechte hoek
De machine heeft een instelbare stop op 0° voor het eenvoudig instellen
van een rechte hoek (fig. G1).
• Draai de vergrendelhendel voor afschuinen (13) los en zet het zaagblad
op 0°, waardoor een rechte hoek ten opzichte van de tafel wordt
gecreëerd.
• Draai de vergrendelhendel voor afschuinen vast.
• Plaats een winkelhaak op de zaagtafel en tegen het zaagblad (fig. G2).
Laat de winkelhaak niet in aanraking komen met de tanden
van het zaagblad.
• Het afstellen geschiedt als volgt:
• Verdraai met een steeksleutel van 17 mm zo nodig de excenter bout
(43) waarmee de aanslag (44) aan de machine is bevestigd.
• Wanneer het zaagblad haaks is, controleer dan of de
afschuinindicator (45) 0° op de afschuinschaal (12) (fig. G3) aangeeft.
• Wanneer dit niet het geval is draai dan de bouten (46) los, verschuif
de schaal (12) naar 0° en draai de bouten weer vast (fig. G1).
Afschuininstelling van het zaagblad
De machine heeft ook een afstelbare stop bij 45°, en heeft de mogelijkheid
om verder te zagen dan de stop tot 47° (fig. G4).
• Zet de vergrendelhendel voor afschuinen (13) los en plaats het
zaagblad op 45° (fig. G1).
• Draai de vergrendelhendel voor afschuinen vast.
• Controleer de hoek tussen het zaagblad en de tafel met behulp van
een gradenboog; de hoek moet exact 45° bedragen (fig. G5).
• Verdraai met een steeksleutel van 17 mm zo nodig de excenter bout (47)
waarmee de aanslag (48) aan de machine is bevestigd (fig. G1 & G4).
Verwisselen van het zaagblad (fig. B5, C3 - C9 & H1 - H3)
De tanden van een nieuw blad zijn erg scherp en kunnen
gevaarlijk zijn.
• Verwijder de bovenste beschermkap (3) (fig. C9).
• Draai de zaag op zijn zijkant zoals weergegeven in (fig. B5) met het
blad in stand "langszagen", d.w.z. geblokkeerd in het midden van de
tafel.
• Laat het blad zakken door de borgring voor de hoogte van het
zaagblad (10) los te draaien en de gecombineerde hef- en
traverseerhendel (6) linksom te draaien. Draai de borgring voor de
hoogte van het zaagblad weer vast (fig. C3).
• Maak de schroeven (24 & 25) los (fig. C4). Verwijder de
zaagbladbeschermkap (26) door eerst de bovenkant op te tillen (fig.
C5). Schuif vervolgens de beschermkap naar voren om de gleuven met
open eind (27) vrij te maken zodat de onderkant kan worden opgetild
(fig. C6).
• Verwijder het spouwmes (8) door het losdraaien van de bouten (28)
met behulp van de steeksleutel van 13 mm (fig. C7).
• Plaats de inbussleutel (49) van 4 mm in het uiteinde van de bladspindel
(51) en plaats de steeksleutel (50) van 22 mm op de moer (52) (fig. H1).
• De zaagbladmoer heeft linkse draad, houd daarom de inbussleutel stevig
vast en draai de steeksleutel rechtsom om de moer los te draaien.
• Verwijder de moer (52) en de buitenste klemring (53) (fig. H2).
• Verwijder het oude zaagblad, door het voorzichtig van de binnenste
klemring (54) te trekken (fig. H3).
• Plaats het nieuwe zaagblad (9) op de binnenste klemring (54); zorg dat
de tanden naar de voorzijde van de machine wijzen.
• Monteer de buitenste klemring (53) weer; draai deze totdat de juiste
positie is gevonden (fig. H2).
• Monteer de moer (52) weer en draai deze vast en houdt de spindel (51)
vast (fig. H1 & H2).
• Breng het spouwmes (8) weer aan (fig. C7). Draai de bouten (28) stevig
vast.
• Plaats de beschermpkap (26) terug door eerst de gleuven met open
eind (27) over de schroeven (25) te plaatsen. Schuif vervolgens de
beschermkap naar achteren om de uitsparingen (30) in lijn te brengen
voor plaatsing over de schroeven (24) (fig. C8).
• Draai de schroeven (24 & 25) weer vast.
• Plaats de zaag rechtop.
• Monteer de bovenste zaagbladbeschermkap (3) (fig. C9).
Afstellen van de aanslag voor langszagen: parallel aan het zaagblad
(fig. J)
• Draai de blokkeerknop van de aanslaghouder (42) en de blokkeerknop
van de aanslag (37) los.
• Schuif de aanslag (34) in de richting van het zaagblad totdat dit net
wordt geraakt.
• Verstel de verstekgradenboog (33) zodanig, dat de aanslag de tanden
van het zaagblad zowel voor als achter net raakt en dus parallel staat
met het zaagblad.
• Draai de blokkeerknop (32) van de aanslaghouder vast en controleer of
de aanslag nog steeds parallel met het zaagblad staat.
• Draai de blokkeerknop van de aanslag (37) vast. De wijzer van de
verstekgradenboog moet nu op 90° staan.
Na het gebruik van de aanslag voor verstekzagen kan deze
weer voor langszagen worden ingesteld zoals hiervoor
beschreven. Zo is de nauwkeurigheid steeds gewaarborgd.
Aanwijzingen voor gebruik
• Neem altijd de veiligheidsinstructies in acht en houdt u aan de
geldende voorschriften.
• Breng het juiste zaagblad aan. Gebruik geen overmatig
versleten zaagbladen. Het zaagblad moet geschikt zijn voor
het maximum toerental van de machine.
• Probeer niet om extreem kleine werkstukken te zagen.
• Oefen bij het zagen geen overmatige druk op het zaagblad uit.
Forceer het zagen niet.
• Laat de motor voor het zagen op volle toeren komen.
• Zorg er voor dat alle knoppen en hendels goed vastgedraaid zijn.
• De machine wordt geleverd met een zaagblad van 215 mm.
Gebruik altijd dit type zaagblad voor langszagen.
• Zaag met deze zaag nooit uit de vrije hand!
• Gebruik uw zaag nooit om te frezen!
• Zaag geen kromme, gebogen of schotelvormige werkstukken.
Er moet minstens een rechte, gladde zijde aanwezig zijn om
tegen de zaaggeleider of verstekgeleider te leggen.
• Ondersteun lange werkstukken altijd om terugslag te voorkomen.
• Verwijder geen afgezaagde stukken van het blad als het blad
draait.
N E D E R L A N D S
59