4. SPECIALE TOEPASSINGEN
4.2 Onderbrekingen/openingen zoeken
Het is mogelijk de exacte locatie waar een draad gebroken is, te bepalen, zelfs als de draad
zich achter muren, vloeren of plafonds bevindt.
1. Zorg dat de draad spanningsloos is.
2. Gebruik de stappen die zijn beschreven in sectie 3.2 om de zender aan te sluiten en het
zoeken uit te voeren.
3. Voor de beste resultaten, dient u alle spanningsloze draden te aarden met het zwarte
testsnoer.
Het zoeksignaal dat door de zender wordt gegenereerd, wordt langs de draad geleid
zolang er continuïteit is in de metaalgeleider. Om een fout te vinden, zoekt u de draad tot
het signaal stopt. Om de foutlocatie te controleren, verplaatst u de zender naar het andere
uiteinde van de draad en herhaalt u het zoeken vanaf het tegenoverliggende uiteinde. Als
het signaal stopt op exact dezelfde locatie, is de fout gelokaliseerd.
Opmerking: als de plaats van de fout niet wordt gevonden, kan het resultaat een hoge
weerstandsonderbreking zijn (gedeeltelijk open circuit) Een dergelijke onderbreking
zou verhinderen dat er een hogere stroom vloeit, maar zal het zoeksignaal door de
onderbreking geleiden. Dergelijke fouten worden niet gedetecteerd tot de draad volledig
open is.
4.3 Kortsluitingen zoeken
Als er een kortsluiting in de draden optreedt, zal de stroomonderbreker/zekering uitvallen.
Om dit te corrigeren, koppelt u de draden los en zorg dat de uiteinden van de draden aan
beide zijden van de kabel van elkaar en van andere draden of lasten zijn geïsoleerd en
spanningsloos zijn gemaakt.
1. Sluit de zender aan met de testsnoeren op het circuit zoals weergegeven in afbeelding
4.3.
2. Draai de zender naar de lusmodus door de knop HIGH (HOOG) twee seconden in te
drukken. Controleer of de LED van de lus AAN is.
3. Stel de ontvanger in op de spanningsloze TIP SENSOR-modus om de leiding te zoeken.
Start het zoeken van de kabel tot het signaal stopt. Om de foutlocatie te controleren,
verplaatst u de zender naar het andere uiteinde van de draad en herhaalt u het zoeken
vanaf het tegenoverliggende uiteinde. Als het signaal stopt op exact dezelfde locatie, is de
fout gelokaliseerd.
Opmerking: Deze methode wordt beïnvloed door het signaalonderdrukkingseffect.
Verwacht een relatief zwak signaal.
Afbeelding 4.2: De plaats van de fout zoeken
22