Installatie
! Het is belangrijk om dit boekje te bewaren om het
NL
NL
NL
NL
NL
op elk moment te kunnen raadplegen. Wanneer u
het product weggeeft, verkoopt, of wanneer u
verhuist, dient u dit boekje bij het apparaat te
bewaren zodat waarschuwingen en informatie
betreffende werking voorhanden blijven.
! Lees zorgvuldig de aanwijzingen door: er staat
belangrijke informatie in over installatie, gebruik en
veiligheid.
Plaatsing
! Het verpakkingsmateriaal is geen speelgoed voor
kinderen en dient daarom te worden verwijderd
volgens de geldende normen voor gescheiden
afvalinzameling ( zie Voorzorgsmaatregelen en
advies ).
! De installatie moet worden uitgevoerd door een
bevoegde installateur en volgens de instructies van
de fabrikant. Een verkeerde installatie kan schade
berokkenen aan personen, dieren of dingen.
! Dit apparaat mag uitsluitend worden geïnstalleerd
en gebruikt in permanent geventileerde ruimten,
overeenkomstig de voorschriften van geldende
landelijke normen en daaropvolgende wijzigingen. De
volgende eisen moeten in acht genomen worden:
• Het vertrek moet voor de verbrandingsrook een
afvoersysteem naar buiten toe hebben Dit kan
door middel van een afzuigkap of een elektrische
ventilator die automatisch in werking treedt
wanneer men het apparaat aanzet.
In het gevaal van een schoorsteen of vertakte
rookleiding (gereserveerd voor fornuizen)
A
Voorbeelden
ventilatie-opening
voor verbrandingslucht
Aangrenzend
Te ventileren
vertrek
vertrek
Verhoging van de spleet
tussen deur en vloer
50
Rechtstreeks
naar buiten
• Het vertrek moet
luchttoevoersystemen hebben,
vereist voor de normale
verbranding van het gas. De
luchttoevoer die nodig is voor
een normale verbranding moet
niet minder dan 2 m
/h zijn per
3
kW geïnstalleerd vermogen.
Dit systeem kan worden
uitgevoerd door lucht direct
van buiten te onttrekken door
middel van een buis met een
doorsnede van minstens 100
cm
en die zodanig is
2
geplaatst dat hij niet per
ongeluk verstopt kan raken.
Een andere manier is door op indirecte wijze lucht te
onttrekken aan de aangrenzende vertrekken die
door middel van een ventilatiebuis, zoals boven
beschreven, met buiten zijn verbonden en die
geen gemeenschappelijke delen zijn van het huis
en ook geen ruimtes met hoog brandgevaar of
slaapkamers.
• Vloeibaar petroleumgas (LPG) is zwaarder dan
lucht en blijft laag hangen. Om deze reden
moeten vertrekken waar LPG-flessen staan, laag
geplaatste ontluchtingsopeningen hebben voor
het afvoeren van eventueel ontsnapt gas. Lege of
halfvolle LPG-flessen mogen dus niet worden
geïnstalleerd of bewaard in vertrekken die lager
liggen dan de begane grond (kelders, enz.). Het
is beter alleen de in gebruik zijnde fles in het
vertrek te bewaren, zodanig geplaatst dat hij niet
in rechtstreeks contact staat met warmtebronnen
(oven, open haard, kachel, enz.) die hem tot
temperaturen van meer dan 50°C zouden kunnen
brengen.
Inbouw
Het gasfornuis en het gemengde fornuis hebben een
beschermingsgraad tegen oververhitting van het
type X. Het is daardoor mogelijk het apparaat naast
meubels te plaatsen die niet hoger zijn dan het
keukenblad. Voor een juiste installatie van de
kookplaat moeten de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht worden genomen:
• De meubels die direct naast
de kookplaat geplaatst zijn en
hier boven uitsteken, moeten
op minstens 50 mm van de
600mm min.
rand van de plaat staan.
• De afzuigkappen moeten
worden geïnstalleerd volgens
de vereisten van hun eigen
gebruiksaanwijzingen, maar in
ieder geval op een afstand van minstens 700 mm.
• Plaats de keukenkastjes naast de kap op een
minimum hoogte van 540 mm vanaf het
keukenblad ( zie afbeelding ).
(Als de kookplaat onder een keukenkastje wordt
geplaatst, moet deze zich op een afstand van
minstens 700 mm van het keukenblad bevinden ( zie
afbeelding ).
Installeren keukenblad kookplaten
Installeren keukenblad kookplaten
Installeren keukenblad kookplaten
Installeren keukenblad kookplaten
Installeren keukenblad kookplaten
Om ongelukken te voorkomen is het noodzakelijk de
nodige voorzorgsmaatregelen te treffen voor een
installatie die voldoet aan de geldende ongevallen
preventienormen voor het aansluiten van gas en
elektriciteit. Voor het goed functioneren van kookplaten
die in keukenkastjes worden geïnstalleerd, moeten de
minimum afstanden, aangegeven in afb. 1, in acht
worden genomen. Bovendien moeten de
aangrenzende oppervlakken en de achterwand
vervaardigd zijn van een materiaal dat bestand is
tegen temperaturen van boven de 65°C.