Opmerking: Na 5 s van inactiviteit verlaat het instrument de instelmodus.
Instelling Meten zonder trekker (8)
6. MAX/MIN/AVG/DIF-functie
6.1 Druk de MODE-toets 1 keer in om de MAX/MIN/AVG/DIF-functie te selecteren (zie hieronder).
6.2 Druk op de toets OMHOOG of OMLAAG om te schakelen tussen de verschillende functies.
6.3 De waarde van de geselecteerde functie wordt weergeven op het secundaire display.
NL
MAX = toont de hoogste waarde in het secundaire display.
MIN = toont de laagste waarde in het secundaire display.
AVG = toont de gemiddelde waarde in het secundaire display.
DIF = toont het verschil tussen de hoogste en de laagste waarde in het secundaire display.
7. Instelling emissiviteit
7.1 Druk de toets MODE 2 keer in of tot het symbool
emissiviteit (zie hieronder).
7.2 Druk de toets OMHOOG of OMLAAG in om de gewenste waarde te selecteren volgens de tabel met
Emissiviteitswaarden.
Opmerking: Het emitterend vermogen kan worden ingesteld tussen 0,01 en 1,00. Het kort indrukken van de
toets resulteert in een wijziging van de waarde met 1 cijfer per keer. Als u de toets ingedrukt
houdt, wordt er continu doorgeteld.
Na 5 s van inactiviteit verlaat het instrument de instelmodus.
MIN/MAX/DIF/AVG (6)
Instelling EMS (7)
Instelling High-alarm (9)
Waarde High-alarm (9)
Instelling Low-alarm (10)
Waarde Low-alarm (10)
Meeteenheid (11)
Min-, Max-, Dif-, Avg-functie selecteren
Waarde wijzigen
Aan of Uit selecteren
Aan of Uit selecteren
Waarde wijzigen
Aan of Uit selecteren
Waarde wijzigen
°C of °F selecteren
gaat knipperen voor toegang tot de instelling voor
64
Netherlands