9. Transport (afb. 1,2)
•
Om de draaitafel (16) te vergrendelen, moet de
vastzetgreep omhoog staan.
Bedien de ontgrendelhefboom (3), druk de machi-
•
nekop (5) omlaag en zet vast met de borgbout (24).
De zaag is nu in de onderste stand vergrendeld.
Fixeer de trekfunctie van de zaag in de achterste
•
stand m.b.v. de vastzetschroef voor trekgeleiding
(23).
Draag de machine aan de vaststaande zaagtafel
•
(17).
Om de machine opnieuw op te bouwen, gaat u te
•
werk zoals beschreven in punt 7.1.
10. Onderhoud
m Waarschuwing! Trek de stekker uit vóór elke af-
stelling, reparatie of onderhoud!
Algemene onderhoudsmaatregelen
Veeg af en toe met een doek spaanders en stof van
de machine. Smeer de draaiende onderdelen maan-
delijks in om de levensduur van de machine te ver-
lengen. Olie de motor niet.
Gebruik geen bijtende middelen om de kunststof te
reinigen.
Controle van de borstels
Controleer de koolborstels na de eerste 50 werkuren
bij een nieuwe machine of na de montage van nieuwe
borstels. Controleer deze daarna om de 10 werkuren.
Vervang beide borstels wanneer de koolstof tot een
lengte van 6 mm is versleten of wanneer de veer of
de shuntkabel verbrand of beschadigd is. Als de bor-
stels na de demontage geschikt voor gebruik zijn,
kunt u deze opnieuw monteren.
Service-informatie
U moet er rekening mee houden dat bij dit product
de volgende delen onderhevig zijn aan een slijtage
door gebruik of een natuurlijke slijtage, resp. dat de
volgende delen nodig zijn als verbruiksmaterialen.
Slijtstukken*: Koolborstel, zaagblad, batterij, tafelbe-
kledingen, spaanopvangzak, V-riemen
* niet verplicht bij de leveringsomvang begrepen!
11. Opslag
Bewaar de machine en de toebehoren in een don-
kere, en vorstvrije plaats, buiten bereik van kinde-
ren. De optimale opslagtemperatuur ligt tussen 5 en
30 °C.
Bewaar het elektrische gereedschap in de originele
verpakking.
Bedek het elektrische gereedschap om het te be-
schermen tegen stof en vocht.
Bewaar de gebruiksaanwijzing bij het elektrische ge-
reedschap.
152
BE-VLG
12. Elektrische aansluiting
De geïnstalleerde elektromotor is gebruiksklaar
aangesloten. De aansluiting voldoet aan de gel-
dige VDE- en DIN-bepalingen. De netaansluiting
bij de klant en het gebruikte verlengsnoer moeten
eveneens aan deze bepalingen voldoen.
Beschadigde elektrische aansluitleiding
De isolatie van elektrische aansluitleidingen wordt
vaak beschadigd.
Oorzaken hiervoor kunnen zijn:
plaatsen waar aansluitleidingen door venster- of
•
deuropeningen worden gebracht;
knikken door ondeskundige bevestiging of plaat-
•
sing van de aansluitleiding;
sneden door over de aansluitleiding te rijden;
•
beschadigde isolatie door de kabel uit het stopcon-
•
tact te trekken;
scheuren door veroudering van de isolatie.
•
Gebruik dergelijke beschadigde elektrische aansluit-
leidingen niet, door de beschadigde isolatie zijn deze
levensgevaarlijk.
Controleer elektrische aansluitleidingen regelmatig
op schade. Zorg ervoor dat bij de controle de aan-
sluitleiding niet op het elektriciteitsnet is aangesloten.
Elektrische aansluitleidingen moeten aan de gelden-
de VDE- en DIN-bepalingen voldoen. Gebruik enkel
aansluitleidingen met aanduiding H05VV-F.
De type-omschrijving moet verplicht op de aansluit-
leiding vermeld zijn.
Wisselstroommotor
De netspanning moet 230 V~ bedragen.
•
Verlengsnoeren moeten tot een lengte van 25 m
•
een diameter van 1,5 mm² hebben.
De elektrische uitrusting mag enkel door een elektri-
cien aangesloten en gerepareerd worden.
Vermeld bij vragen de volgende gegevens:
stroomtype van de motor
•
gegevens op het typeplaatje van de machine
•
•
gegevens op het typeplaatje van de motor
13. Afvalverwijdering en recyclage
De machine bevindt zich in een verpakking om transport-
schade te voorkomen. Deze verpakking is een grondstof
en bijgevolg herbruikbaar of kan terug in de grondstof-
kringloop worden gebracht.
De machine en de toebehoren bestaan uit verschillende
materialen, zoals metaal en kunststoffen. Breng defecte
onderdelen naar een inzamelplaats voor gevaarlijk afval.
Vraag informatie aan uw vakhandel of gemeentebestuur.