NL
schaal loopt slechts tot 6,3, aangezien het gelijktijdige gebruik van nog kleinere
diafragmaopeningen en het speciale filter in het beeldmidden donkere tot
zwarte ronde zones geeft. De blokkering van de middelste stralenbundel zorgt er
bovendien voor dat onscherpe lichtpunten worden afgedeeld als lichte ringen.
INSTELLEN VAN HET DIAFRAGMA
Het is aan te bevelen het diafragma eerst met de betreffende ring (3) en
vervolgens eerst de scherpte in te stellen, aangezien de diafragmaschalen (3b)
op het draaibare voorste gedeelte van de objectiefhouder zijn aangebracht en
daarmee niet bij alle afstandsinstellingen geheel van bovenaf zijn te zien. Als
beveiliging tegen een abusievelijk verstellen van de afstand moet men het
voorste gedeelte van de objectiefhouder bij de diafragma-instelling vasthouden.
SCHERPTE-INSTELLING
De scherpte wordt ingesteld door het voorste gedeelte van de objectiefhouder
aan het vasthoudgedeelte (4) te draaien.
SCHERPTEDIEPTESCHAAL
De schaal (6) op het vaststaande achterste gedeelte van de objectiefhouder
toont het bereik van de scherptediepte voor de ingestelde afstand. Er wordt
steeds afgelezen van de betreffende lijngedeelten die met de diafragmawaarden
zijn gemarkeerd.
32