a. Draai de schroeven
51
die het railsysteem bij het frame vasthouden, iets losser.
b. Verplaats de rail handmatig.
c. Terwijl de winkelhoek tegen de langsgeleiding is geplaatst, dient nogmaals
gecontroleerd te worden of het zaagblad parallel aan de winkelhaak. Aanpassen
indien nodig.
d. Draai de schroeven
51
aan.
Controle op de haaksheid van de doorslijpschijf t.o.v. de tafel
(Afb. I1 – I3)
1. Draai de knop voor het afstellen van de afschuinhoek los
2. Druk de zaagkop naar rechts zodat deze volledig verticaal is en zet de knop voor het
afstellen van de afschuinhoek vast.
3. Verlaag de arm om het zaagblad in de laagste stand in te stellen.
4. Verplaats de tafel zodat deze onder het zaagblad staat.
5. Plaats een winkelhaak
50
op de tafel en tegen het zaagblad, zoals weergegeven op
de afbeelding.
6. Ga als volgt te werk, als aanpassing nodig is:
a. Draai de knop voor het afstellen van de afschuinhoek
van de stop voor de aanpassing van de verticale positie in of uit tot het zaagblad in een
hoek van 90° staat ten opzichte van de tafel, gemeten met behulp van de winkelhaak.
b. Als de aanwijzer van de afschuinhoek
draai dan de schroef
55
los waarmee de schaalverdeling vaststaat en verplaats deze.
Controleren en instellen van de afschuinhoek (Afb. I3, J)
1. Draai de knop voor het afstellen van de afschuinhoek
links. Dit is de positie voor de afschuinhoek van 45°.
2. Het afstellen geschiedt als volgt:
a. Draai de stopschroef
56
naar binnen of buiten totdat de wijzer
Het maken van een zaagsleuf (Afb. K)
De markering
57
helpt het pad van de doorslijpschijf te lokaliseren.
1. Schakel de machine in en wacht tot de schijf op volle snelheid is.
2. Duw de tafel volledig door de doorslijpschijf om een zaagsleuf in het wiel
3. Schakel de machine uit.
4. Indien de sleuf versleten is, kan een nieuwe worden gemaakt.
a. Draai de borgschroef los
59
.
b. Draai het wiel
58
zodat een ongebruikt oppervlak bloot komt te liggen.
c. Draai de borgschroef vast
59
.
d. Maak een nieuwe zaagsleuf zoals hierboven beschreven.
Vergrendelen van de schuiftafel (Afb. B2, L)
De tafel kan worden vergrendeld in de volgende posities:
-
Voorste positie (doorslijpschijf is vrij toegankelijk)
-
Invalpositie (doorslijpschijf is boven het middel van de tafel)
-
Uitvoerpositie (doorslijpschijf is ter hoogte van de parallelgeleider)
1. Beweeg de tafel
4
naar de gewenste positie.
2. Vergrendel de tafel door de penvergrendeling
te duwen.
De watermondstukken aanpassen (Afb. A, M)
De watermondstukken
7
zijn instelbaar om de noodzakelijke toevoer van koelwater te bieden.
•
Stel het neusstuk in door de hendel
63
-
Maximum capaciteit (neusstukken volledig ingetrokken)
-
Minimale besproeiing (neusstukken op een lijn met de doorslijpschijf )
-
Uit-stand om de besproeiing tussen zaagsnedes door en tijdens het verwisselen van
de doorslijpschijf
66
op te heffen.
AANWIJZINGEN VOOR GEBRUIK
Het is belangrijk dat de machine wordt geplaatst overeenkomstig uw ergonomische condities
waar het betreft hoogte en stabiliteit van het werkblad. De plaats van de machine moet zo
worden gekozen dat de gebruiker een goed overzicht heeft en voldoende ruimte rond de
machine heeft voor het zonder enige beperkingen werken met het werkstuk.
Verminder de effecten van trillingen door ervoor te zorgen dat de omgevingstemperatuur niet
te koud is, de machine en de accessoires goed zijn onderhouden en dat de omvang van het
werkstuk geschikt is voor deze machine.
WAARSCHUWING:
•
Neem altijd de veiligheidsinstructies in acht en houdt u aan de geldende voorschriften.
•
Controleer of de machine stevig staat opgesteld.
•
Controleer of het werkstuk goed is ondersteund.
•
Zorg ervoor dat de doorslijpschijf niet in aanraking met het werkstuk komt voordat de
machine wordt ingeschakeld.
•
Laat de motor voor het zagen op volle snelheid komen.
•
Oefen slechts een lichte druk op de machine uit. Oefen tijdens het zagen geen
overdreven trekkracht uit op het motorblok.
•
Houd uw handen uit de buurt van de doorslijpschijf. Plaats uw handen niet in het
gemarkeerde gebied zoals afgebeeld in Afb. N.
12
.
12
los en draai de schroef
53
op de schaalverdeling
54
niet op nul staat,
12
los en verplaats de zaagkop naar
53
45° aanwijst.
58
te maken.
60
.
61
.
62
.
22 te draaien e
n het in de opening in de rail
in de gewenste positie te bewegen.
64
.
65
.
Voor gebruik
•
Plaats de zaag op een horizontaal, stabiel, anti-slip oppervlak.
•
Plaats het juiste zaagblad.
•
Controleer dat alle vergrendelknoppen en klemhendels vastzitten.
•
Vul het waterbassin met een voldoende hoeveelheid water zodat de waterpomp volledig
ondergedompeld kan worden.
•
Uitsluitend schoon water gebruiken. Gebruik geen enkele andere vloeistof.
In- en uitschakelen (Afb. O)
•
U schakelt de machine in door de aan-uitschakelaar
•
U schakelt de machine uit door de aan-uitschakelaar
De bedrading van de draagbare reststroomschakelaar (PRCD) is opgenomen in de netkabel
die de geen-spanning vrijgaveschakelaar en de motoroverbelastingsbescherming met
handmatige reset bevat. Ga bij het uitvallen van de stroomvoorziening als volgt te werk:
•
Controleer of de aan/uit-schakelaar
•
Druk op de reset-knop op de reststroomschakelaar.
Vergrendelen van de schakelaar
52
•
Om onbevoegd gebruik van de machine te voorkomen, vergrendelt u de schakelaar met
behulp van een hangslot.
Basis zaagsneden
Algemene bediening
•
Oefen met een paar eenvoudige projecten, totdat u de machine "aanvoelt".
•
Voer altijd een test uit (met uitgeschakelde machine) om de baan van de schijf te kunnen
volgen: zo bereikt u zuivere zaagsneden.
Verticale rechte afkortsnede (Afb. P)
1. Stel de afschuinhoek in op 0°.
2. Verlaag de arm om het zaagblad in een geschikte stand in te stellen.
3. Leg het werkstuk plat op de tafel en tegen de geleider, met de bewerkte kant boven. Breng
de markering op het werkstuk op een lijn met de markering van de zaagsleuf.
4. Houd de handen uit de weg van de doorslijpschijf.
5. Schakel de machine in en laat de doorslijpschijf op volle snelheid komen. Wacht totdat de
doorslijpschijf volledig door water wordt bedekt.
6. Voer het werkstuk langzaam in de doorslijpschijf en houd het stevig aangedrukt tegen de
geleider. Niet forceren. De snelheid van de doorslijpschijf moet constant blijven.
7. Schakel na het zagen de machine uit, laat de doorslijpschijf tot stilstand komen en
verwijder het werkstuk.
Zagen met afschuining (Afb. Q)
Afschuinhoeken kunnen ingesteld worden op 22,5° en 45°.
1. Draai de knop voor het afstellen van de afschuinhoek
2. Draai de knop voor het afstellen van de afschuinhoek goed vast.
3. Ga verder zoals beschreven voor recht verticaal zagen.
Diagonale snede (Afb. A1, R1, R2)
De hoekgeleiding
5
maakt het zagen van hoeken op 45° mogelijk.
1. Plaats de hoekgeleiding
5
2. Draai de hoekgeleiding
5
-
Draai de hoekgeleiding naar rechts voor het zagen van kleine stukjes van grote tegels.
-
Draai de hoekgeleiding naar links voor elke andere toepassing.
3. Stel de hoekgeleiding in de de gewenste afstand.
4. Zet de knop
68
vast om de geleiding op de juiste plaats te vergrendelen.
5. Verder werkt u als bij de rechte verticale afkortzaagsnede.
Invallende zaagsnede (Afb. S)
Een invallende zaagsnede wordt gebruikt om het midden van een tegel te verwijderen,
bijvoorbeeld voor elektriciteitspunten, afvoerpijpen, en dergelijke.
1. Markeer het te zagen gebied aan beide zijden van de tegel.
2. Plaats de geschikte maat doorslijpschijf.
3. Pas de zaagdiepte aan zodat de doorslijpschijf slechts halverwege door het werkstuk
heen gaat.
4. Leg het werkstuk plat op de tafel en tegen de geleider, met de bewerkte kant boven.
Breng de markering op het werkstuk op een lijn met de markering van de zaagsleuf.
5. Schakel de machine in en laat de doorslijpschijf op volle snelheid komen. Wacht totdat de
doorslijpschijf volledig door water wordt bedekt.
6. Beweeg de tafel totdat de markering op het werkstuk zich onder de schijf bevindt.
7. Breng de arm omlaag om de doorslijpschijf in het werkstuk te voeren. Zaag niet voorbij de
markering. Vergrendel de arm in de hoogste positie zodra de markering is ingezaagd.
8. Herhaal dit voor de andere markeringen.
9. Draai het werkstuk ondersteboven. Ga verder zoals hierboven beschreven zodat de
tweede zaagsnedes de eerste raken.
10. Schakel na het zagen de machine uit, laat de doorslijpschijf tot stilstand komen en
verwijder het werkstuk.
Groeven maken (Afb. T)
Een groef wordt in de tegel gemaakt om bijvoorbeeld ruimte te maken voor
verborgen bedrading.
1
in de stand I te zetten.
1
in de stand 0 te zetten.
1
in de uit-stand staat.
12
los en stel de afschuinhoek in.
met de montagebeugel
67
over de langsgeleiding.
in de positie voor de gewenste toepassing:
nEDERLanDs
57