nen, wandbekleding of tafellakens, niet vochtig
worden en/of dat de zone rond de luchtbe-
vochtiger niet vochtig of nat wordt.
• Wie het apparaat gebruikt dient te weten dat
een hoge vochtigheidsgraad de groei van bio-
logische organismen in de omgeving bevor-
dert.
• Verlaag de hoeveelheid verneveld water bij
een te hoge vochtigheidsgraad: laat de lucht-
bevochtiger intermitterend werken en schakel
hem zo nodig uit.
• Het apparaat moet na elke werkingscyclus goed
worden gereinigd en afgedroogd.
• Voordat u het reservoir verplaatst, opheft,
schuin zet of vult of de luchtbevochtiger reinigt
of onderhoudt, controleert u of het apparaat
uitstaat, of de stroomnetadapter (7) niet in het
stopcontact van de elektriciteitsleiding steekt
en of de connector niet in het stopcontact (3)
op het artikel steekt.
• De reiniging en het onderhoud van het appa-
raat kunnen niet door kinderen worden uitge-
voerd, tenzij ze onder toezicht staan en goede
instructies hebben gekregen over het goede
gebruik van het apparaat van een voor hun vei-
ligheid verantwoordelijke persoon en de risico's
ervan hebben begrepen.
66
• L
(
v
N
V
t
k
v
u
4
• L
(
e
v
g
k
l
d
w
w
v
• L
w
h
l
e
• A