1
1
2
2
• Op het apparaat kunt u boven elkaar maximaal
twee papierinvoeren en een cassettemodule
plaatsen.
Het netsnoer aansluiten
5
1
De basisinstellingen
6
opgeven
Als u het apparaat voor de eerste keer aanzet, verschijnt
de installatiehandleiding op het bedieningspaneel. Voer
de aanvangsinstallatie van het apparaat uit door de
instructies op het scherm te volgen.
Bedieningspaneel
Selecteer de taal.
1.
2.
Selecteer het land / de regio.
3.
Selecteer de tijdzone.
3
3
4
4
5
5
2
65
6
6
7
7
4.
Stel de huidige datum / tijd in.
De beveiligingsinstellingen
7
opgeven
Stel een beheerderswachtwoord in om de beveiliging van
het apparaat te verbeteren.
1.
Controleer de melding en druk op
2.
Selecteer <Ja>.
Om door te gaan zonder een wachtwoord in te
stellen, selecteert u <Nee> en gaat u door naar "De
netwerkinstellingen opgeven".
3.
Voer een wachtwoord in en selecteer
<Toepassen>.
Voer hetzelfde wachtwoord nogmaals in en
selecteer <Toepassen>.
4.
Controleer de melding en druk op
De netwerkinstellingen
8
opgeven
Geef de instellingen op voor het verbinden van het
apparaat met een netwerk. Controleer voordat u doorgaat
of de computer en router correct met het netwerk
verbonden zijn.
Bekabeld LAN
1.
Selecteer <Bekabeld LAN>.
2.
Sluit de LAN-kabel aan.
Wacht een paar minuten terwijl het IP-adres van
het apparaat automatisch ingesteld wordt.
8
8
9
9
.
.
En
Fr
De
It
Es
Ca
Eu
Pt
El
Da
Nl
No
Sv
Fi
Ru
Uk
Lv
Lt
Et
Pl
Cs
Sk
Sl
Hr
Hu
Ro
Bg
Tr
Ar
Fa