Bediening van het toestel
Basishandelingen
Toestel aanzetten en
signaalbron selecteren
U kunt de signaalbron selecteren waarnaar u
wilt luisteren. Om naar de ingebouwde CD-
speler over te schakelen, hoeft u alleen een
CD in het toestel te plaatsen (raadpleeg blad-
zijde 84).
% Druk op SOURCE om een signaalbron te
kiezen.
Druk meerdere keren op SOURCE om te scha-
kelen tussen de volgende signaalbronnen:
Ingebouwde CD-spelerTuner
Als u een signaalbron selecteert, wordt het
toestel automatisch ingeschakeld.
Opmerkingen
! Als er geen CD in het toestel is geplaatst, kunt
u de ingebouwde CD-speler niet activeren.
! Als de blauw/witte draad van dit toestel is aan-
gesloten op de bedieningsaansluiting van de
automatische antenne van de auto, zal de an-
tenne uitschuiven wanneer er een signaalbron
van dit toestel wordt ingeschakeld. Als u de
signaalbron uitschakelt, wordt de antenne
weer ingeschoven.
Het volume afstellen
% Gebruik VOLUME om de geluidssterkte
te regelen.
Het toestel uitschakelen
% Houd SOURCE ingedrukt tot het toestel
uit gaat.
Tuner
Naar de radio luisteren
U kunt de AF-functie van dit toestel (zoeken
naar alternatieve frequenties) in- en uitschake-
len. Bij normaal afstemmen moet de AF-func-
tie uit staan (raadpleeg bladzijde 83).
1
Druk op SOURCE om de tuner te selec-
teren.
2
Druk op BAND en kies een frequentie-
band.
Druk op BAND totdat u de gewenste frequen-
tieband (F1, F2 voor FM of MW/LW) op het
display ziet verschijnen.
3
Druk kort op c of d om handmatig af
te stemmen.
4
Om automatisch af te stemmen, houdt
u c of d ongeveer een seconde ingedrukt.
De tuner zal nu de frequenties in de aangege-
ven richting afzoeken tot er een uitzending ge-
vonden wordt die sterk genoeg is voor een
goede ontvangst.
# U kunt het automatisch afstemmen annuleren
door kort op c of d te drukken.
# Als u c of d ingedrukt houdt, kunt u zenders
overslaan. Het automatisch afstemmen wordt
hervat als u de toets weer loslaat.
Frequenties van zenders
opslaan en oproepen
Als u op een van de voorkeuzetoetsen 16
drukt, kunt u heel eenvoudig maximaal zes
zenderfrequenties opslaan, die u dan later met
één druk op de toets weer kunt oproepen.
! Er kunnen maximaal 12 FM-zenders, 6 voor
elk van de twee FM-frequentiebanden, en 6
MW/LW (MG/LG)-zenders in het geheugen
worden opgeslagen.
% Wanneer u heeft afgestemd op een fre-
quentie die u in het geheugen wilt op-
slaan, houdt u een van de
voorkeuzetoetsen 16 ingedrukt tot het
voorkeuzenummer stopt met knipperen.
De frequentie van de geselecteerde radiozen-
der is in het geheugen opgeslagen.
Hoofdstuk
03
81
Nl