ELEKTRISCHE VEILIGHEID
• Gebruik volledig uitgerolde en veilige verlengsnoeren met
een capaciteit van 16 Ampère
• Houd het elektrische gereedschap aan de
geïsoleerde greepvlakken vast als u werkzaamheden
uitvoert waarbij het inzetgereedschap verborgen
stroomleidingen of de eigen stroomkabel kan raken
(contact met een onder spanning staande leiding kan ook
metalen delen van het elektrische gereedschap onder
spanning zetten en tot een elektrische schok leiden)
• Gebruik een geschikt detectieapparaat om verborgen
stroom-, gas- of waterleidingen op te sporen of
raadpleeg het plaatselijke energie- of
waterleidingbedrijf (contact met elektrische leidingen
kan tot brand of een elektrische schok leiden;
beschadiging van een gasleiding kan tot een explosie
leiden; breuk van een waterleiding veroorzaakt materiële
schade en kan tot een elektrische schok leiden)
PERSOONLIJKE VEILIGHEID
• In geval van electrische of mechanische storing, de
machine onmiddellijk uitschakelen en de stekker uit het
stopcontact trekken
• Deze machine mag niet worden gebruikt door personen
onder de 16 jaar
• Bewerk geen asbesthoudend materiaal (asbest geldt
als kankerverwekkend)
• Stof van materiaal zoals loodhoudende verf, sommige
houtsoorten, mineralen en metaal kunnen schadelijk zijn
(contact met of inademing van de stof kan allergische
reacties en/of ademhalingsziekten bij gebruiker of
omstanders veroorzaken); draag een stofmasker en
werk met een stofopvang-voorziening als die kan
worden aangesloten
• Bepaalde soorten stof zijn geclassificeerd als
kankerverwekkend (zoals stof van eiken en beuken), met
name in combinatie met toevoegingsmiddelen voor
houtverzorging; draag een stofmasker en werk met
een stofopvang-voorziening als die kan worden
aangesloten
• Neem voor de door u te bewerken materialen de
nationale voorschriften aangaande stofopvang in acht
• Blijf met uw handen uit de buurt van het werkgebied
van de zaag en het zaagblad; houd met uw tweede
hand voorhandgreep H 2 vast (als beide handen de
machine vasthouden, kunnen ze niet met het zaagblad in
contact komen)
• Reik niet naar iets onder het werkstuk (het is dan niet
te zien hoe dicht het zaagblad zich bij uw hand bevindt)
• Houd nooit een te zagen werkstuk in uw handen of
op uw been (het is belangrijk om het werk goed te
ondersteunen om lichaamsverwondingen, verklemmen
van het zaagblad, of verlies van controle over de zaag tot
een minimum te beperken)
• Gebruik klemmen of pas een andere handige manier
toe om het werkstuk vast te zetten en te
ondersteunen op een stabiel platform (bij het in de
hand of tegen het lichaam houden van het werkstuk, kan
de machine niet goed onder controle worden gehouden)
• Gebruik geen botte of beschadigde zaagbladen
(gebogen zaagbladen kunnen makkelijk breken of
terugslag veroorzaken)
All manuals and user guides at all-guides.com
• Kom met uw handen niet tussen de behuizing en
• Zorg ervoor, dat zaagbladklem D 2 goed vast zit
• Gebruik beschermende handschoenen als u het
• Draag een veiligheidsbril en gehoorbescherming
UITLEG VAN SYMBOLEN OP MACHINE
3 Lees de gebruiksaanwijzing vóór gebruik
4 Dubbele isolatie (geen aarddraad nodig)
5 Geef de machine niet met het huisvuil mee
GEBRUIK
• Aan/uit 6
• Toerentalregeling
• Instellen van zaagsnelheid afhankelijk van het te
• Monteren van zaagblad 8
• Verwijderen van zaagblad 9
• Instelbare voetplaat 0
• Opbergvak voor zaagbladen !
• Werken met de machine
20
zaagbladklem D 2 (uw vingers kunnen tussen klem en
behuizing beklemd raken)
voordat u begint te zagen (een loszittende klem kan de
machine of het zaagblad doen slippen, waardoor de
machine niet goed onder controle gehouden kan worden)
zaagblad uit de machine haalt (het zaagblad kan heet
zijn na langdurig gebruik)
Met wieltje C 2 kan de zaagsnelheid van hoog tot laag
worden ingesteld (6 standen)
gebruiken materiaal 7
! als de machine niet start met wieltje C 2 in
positie 1, selecteer dan een hogere zaagsnelheid
en verminder deze terwijl de machine loopt
! trek de stekker uit het stopcontact
- duw zaagbladklem D naar voren en houd hem in deze
positie
- steek zaagblad in (met tanden omlaag of omhoog
gericht) tot deze niet verder kan
- laat zaagbladklem D los
- trek het zaagblad er iets uit tot de klem D vastklikt in een
rechthoekige stand
- beweeg het zaagblad op en neer om te controleren of hij
goed vast zit
! zorg ervoor, dat zaagbladklem D 2 goed vast zit
voordat u begint te zagen (een loszittende klem kan
de machine of het zaagblad doen slippen, waardoor
de machine niet goed onder controle gehouden kan
worden)
! zorg ervoor, dat de voorkant van het zaagblad door
voetplaat E heen steekt voor de gehele slaglengte
- duw zaagbladklem D naar voren en houd hem in deze
positie
- trek het zaagblad eruit
- laat zaagbladklem D los
- voetplaat E kantelt om zoveel mogelijk oppervlak in
aanraking te laten komen met het werkstuk
- stel de voetplaat in door de zaag stevig vast te houden
en de voetplaat in de gewenste positie te draaien
- zorg ervoor, dat opbergvak F gesloten is, zodat eventuele
zaagbladen er niet uit kunnen vallen
! klem het werkstuk stevig vast
- markeer de zaaglijn op het werkstuk
- selecteer de gewenste zaagsnelheid met wieltje C 2