5.2 Smeersysteem
Zie de onderhoudsschema's in Sectie 5.1 voor de intervallen
voor olie verversen en oliefilter vervangen. Zie de
onderhoudsschema's in Sectie 1.8 voor de locatie van
olieaftappunt, oliecontrole, olie bijvullen en oliefilter.
WAARSCHUWING
Per ongeluk starten.
Kan ernstig letsel of de dood
veroorzaken.
Koppel de accukabels los voordat u
aan de generatorset gaat werken.
Verwijder de negatieve aansluiting
(--) als eerste wanneer u de accu
loskoppelt. Sluit bij het opnieuw
aansluiten van de accu de negatieve
aansluiting (--) het laatste weer aan.
Deactiveren van de generatorset. Onbedoeld starten kan
leiden tot ernstig letsel en de dood. Alvorens te gaan
werken aan de generatorset of aan apparatuur die op de set is
aangesloten, dient u de generatorset als volgt te deactiveren:
(1) Druk op de knop OFF/RESET om de generatorset uit te
schakelen. (2) Neem de aansluiting op de acculader los, indien
aanwezig. (3) Verwijder de accukabels, de negatieve
aansluiting (--) als eerste. Sluit bij het opnieuw aansluiten van
de accu de negatieve aansluiting (--) het laatste weer aan.
Voer deze voorzorgsmaatregelen uit om te voorkomen dat de
generatorset wordt gestart via de start--stop--schakelaar op
afstand.
WAARSCHUWING
Motor en uitlaatsysteem zijn heet.
Kan ernstig letsel of de dood
veroorzaken.
Werk pas aan de generatorset als
deze afgekoeld is.
5.2.1
Uitschakeling door lage oliedruk
De uitschakeling bij lage oliedruk (LOP) beschermt de motor
tegen interne beschadiging als de oliedruk onder een bepaald
minimum niveau daalt omdat de oliepomp defect is of er een
andere storing is.
Let op: De LOP--uitschakeling beschermt niet tegen schade
die wordt veroorzaakt als het apparaat in bedrijf is
met een laag oliepeil, het is geen uitschakeling bij
laag oliepeil. Controleer het oliepeil regelmatig en vul
olie bij als dat nodig is.
64
Sectie 5 Gepland onderhoud
5.2.2
Oliecontrole
De generatorset wordt verstuurd gevuld met olie. Voor u de
generatorset in bedrijf stelt, controleert u de olie in het carter.
Voor het controleren van het oliepeil schakelt u de
generatorset uit en wacht een paar minuten. Verwijder de
peilstok en veeg het uiteinde schoon, zet de peilstok weer
terug en verwijder deze weer. Zie Afbeelding 5-1. Zorg dat het
oliepeil tussen de markeringen Add (bijvullen) en Full (vol) op
de peilstok staat. Voeg als het oliepeil laag is 5W-30 of 10W-30
synthetische olie toe.
Controleer het oliepeil voor elk gebruik. Bij langdurig bedrijf
controleert u het oliepeil om de 8 uur. Controleer het oliepeil
niet terwijl de generator in werking is.
Afbeelding 5-1
Oliecontrole (gangbaar)
5.2.3
Aanbevolen motorolie
Gebruik 5W-30 of 10W-30 API (American Petroleum Institute)
Service Class SG, SH, of SJ synthetische olie. Synthetische
olie oxideert minder dan andere olie en wordt minder dik en
houdt de inlaatkleppen en zuigers van de motor schoner.
6515
TP-6804-NL 1/15