Problemen oplossen
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
Als een van de volgende omstandigheden zich voordoet, schakel uw toestel dan onmiddellijk uit!
Het netsnoer is beschadigd of abnormaal warm.
Je ruikt een brandende geur
Het apparaat zendt luide of abnormale geluiden uit.
Een zekering gaat kapot of de stroomonderbreker gaat vaak kapot.
Water of andere voorwerpen vallen in of uit het apparaat
PROBEER DEZE NIET ZELF TE REPAREREN! NEEM ONMIDDELLIJK CONTACT OP MET EEN
GEAUTORISEERDE DIENSTVERLENER!
Veelvoorkomende problemen
De volgende problemen zijn geen storing en hoeven in de meeste situaties niet te worden gerepareerd.
Uitgifte
Het apparaat gaat niet aan
als u op de AAN/UIT-knop
drukt.
Het apparaat schakelt over
van
de
KOEL/
VERWARMENDE
modus
naar
de
VENTILATOR
modus.
De binnenunit straalt witte
nevel uit
Zowel
de
binnen-
buitenunits geven witte nevel
af.
De
binnenunit
maakt
geluiden
Zowel de binnenunit als de
buitenunit maken lawaai.
Mogelijke oorzaken
De unit heeft een 3-minuten beveiliging die voorkomt dat de unit overbelast wordt. De unit kan
niet binnen drie minuten na uitschakeling opnieuw worden opgestart.
Koel- en verwarmingsmodellen: Als het operatielampje en de PRE-DEF-indicator
(voorverwarmen/ontdooien) branden, is de buitentemperatuur te koud en wordt de antikoudewind
van het apparaat geactiveerd om het apparaat te ontdooien.
Bij modellen met alleen koelen: Als de indicator "Alleen koelen" brandt, is de buitentemperatuur
te koud en wordt de antivriesbeveiliging van het apparaat geactiveerd om het apparaat te
ontdooien.
Het apparaat kan zijn instelling wijzigen om te voorkomen dat er zich vorst op het apparaat vormt.
Zodra de temperatuur stijgt, zal het apparaat weer in de eerder geselecteerde modus gaan werken.
De ingestelde temperatuur is bereikt, op welk punt de unit de compressor uitschakelt. De unit zal
verder werken wanneer de temperatuur weer schommelt.
In vochtige gebieden kan een groot temperatuurverschil tussen de lucht in de ruimte en de
geconditioneerde lucht leiden tot witte nevel.
als
Wanneer het apparaat na het ontdooien opnieuw in de VERWARMEN-modus start, kan er witte
nevel vrijkomen als gevolg van het vocht dat tijdens het ontdooiproces wordt gegenereerd.
Bij het terugzetten van de jaloezie kan er een ruisend luchtgeluid optreden.
Er is een piepend geluid te horen wanneer het systeem UIT staat of in de KOELEN-stand staat.
Het geluid is ook te horen wanneer de afvoerpomp (optioneel) in werking is.
Er kan een piepend geluid optreden nadat de unit in de VERWARMEN-stand heeft gedraaid als
gevolg van uitzetting en inkrimping van de kunststof onderdelen van de unit.
Laag sissend geluid tijdens het gebruik: Dit is normaal en wordt veroorzaakt door koelgas dat
door zowel binnen- als buitenunits stroomt.
Laag sissend geluid wanneer het systeem start, net is gestopt met draaien, of aan het ontdooien is:
Dit geluid is normaal en wordt veroorzaakt doordat het koelgas stopt of van richting verandert.
Piepend geluid: Normale uitzetting en inkrimping van kunststof en metalen onderdelen,
veroorzaakt door temperatuurveranderingen tijdens het gebruik, kan piepende geluiden
veroorzaken.
◀ Pagina 15 ▶