PAKKET BEVAT
• Borstriem of gevoerde borstriem
• Cinch-Mount™ of Flat-Mount™-Sluitingen
Optionele montagehardware is via
Bodypoint verkrijgbaar
• Nokgespen (Art. No. FS034-2)
• FrameSaver-klemmen (Art. No. HW303-B-2)
INSTELLING
Plaats de gebruiker in de rolstoel en bevestig
de heupgordel stevig. Als de borstriem juist
is afgesteld en de band is aangehaald, moet
de riem nauw aansluiten, zodat de romp
van de gebruiker beschermd wordt. Kleine
aanpassingen kunnen worden gemaakt door
de instelband te gebruiken. Grote instellingen
voor de juiste pasvorm worden uitgevoerd bij
de sluitingen aan het uiteinde van de riem.
INSTALLATIE
Rolstoel met harde rug
1. Leid de banden in de daarvoor bestemde sluitingen.
Leg de banden om de rugleuning. Markeer de gaten
ter referentie.
2. Bevestig de sluitingen aan het uiteinde van de band
aan de rugleuning. De bevestigingsschroeven dienen
minimaal 90 kg/200 lbs te kunnen dragen. Niet in de
verpakking inbegrepen.
Cinch-Mount End Fitting
Diagram 1
#2 Phillips
Ø 3/16"–1/4"
Cinch-Mount™
(5mm–6mm)
Diagram 2
POSITIONERING
Seat Zitting De gebruiker in de rolstoel plaatsen
en in de gewenste zithouding positioneren
met behulp van de heupgordel. Stel de
gewenste positie voor de borstband vast. Om
het risico tot beknelling of rompinstabiliteit te
verminderen, mag de schoudergordel niet te
hoog of te laag zitten. Bij het kiezen van een
positie dient interferentie met andere apparatuur
in overweging te worden genomen.
Flat-Mount End Fitting
Diagram 3
Flat-Mount™
VEILIGHEIDSCONTROLE
als de gebruiker eenmaal in de rolstoel zit, laat
u hem/haar voorover en zijwaarts buigen om te
controleren of afstelling juist is. Controleer:
Diagram 4
1. De normale werking van de instelband.
2. Comfort - Als de riemen schuren, verplaatst
u de riem.
3. Positie - Als de riem te hoog of te laag zit,
past u de montagelocatie aan.
4. Belemmering van andere hulpstukken
- Verplaats de riem zo nodig om de
armleuningen, bijbehorende kussentjes of
voedingsslangen vrij baan te geven.
nl
X
View from