Nederlands
14
Speciale veiligheidsinstructies
Dit apparaat werkt met een klasse
1-laser.
WAARSCHUWING:
Voorkom schade aan uw gehoor door een te hoog volume.
LET OP:
Raak de luidsprekermembranen niet aan (13) met uw
handen of met voorwerpen. De membranen kunnen zo
beschadigd worden.
Overzicht van de bedieningselementen
1 Telescopische antenne
2 FOLD./10+ toets
3
toets (volume omhoog)
4 CD compartiment
5 PUSH TO OPEN toets (open CD lade)
6
/ TUN- toets
7 EQ toets (equalizer)
8
/ M+ / toets
9 AUX IN uitgang
10
hoofdtelefoonverbinding
11
/ TUN+ toets
12
/ M- / ID3 toets (Stop / Selecteer voorkeuzelocatie / ID3
label metagegevens aan/uit)
13 Luidsprekermembranen
14 PAIR/STANDBY – Standby indicatielampje /Bluetooth
Koppeling
15 IR – Infrarood sensor voor afstandsbediening
16 Display
17 MEM/P-MODE toets
18
toets (volume omlaag)
19 USB uitgang
20
/ FUNC. toets
Achterkant (niet getoond)
AC Netaansluiting
Onderkant (niet getoond)
Batterijvakje
Afstandsbediening
1 STANDBY/ toets (operationele gereedheid)
2 EQ toets (equalizer)
3 FM ST/MO toets (stereo/mono)
4
DIR toets (selecteer album)
5
VOL toetsen (volume)
6 TUN+/ toets (radiozender zoeken naar boven/volgen-
de track)
7 PAIR toets (schakelt huidige Bluetooth verbinding uit)
8
toets (stop)
9 MEM/P-MODE toets (opslaan /play afspeelstand)
10
toets (afspelen/pauze)
11 TUN-/
toets (radiozender zoeken naar beneden/
vorige track)
12
MEM./10 toetsen (album/ respectievelijk 10 tracks/
opgeslagen radiozenders kiezen)
13 ID3 toets (ID3-tag metagegevens aan/uit)
14 FUNC. toets (functiestand)
15 MUTE toets (dempen)
Ingebruikname van het apparaat/inleiding
• Kies een geschikte standplaats voor het apparaat bijv.
een droog, vlak, stroef oppervlak waarop u het apparaat
goed kunt bedienen.
• Let op een goede beluchting van het apparaat!
• Verwijder, indien voorhanden, de beschermfolie van het
display.
Stroomverzorging
• Let op dat de netspanning overeenstemt met de gege-
vens op het typeplaatje.
• Verbind de bijgevoegde netkabel (zie eventueel batterij-
vakje) met een correct geïnstalleerde en geaarde contact-
doos en met de netaansluiting AC aan de achterzijde van
het apparaat.
OPMERKING:
Als het apparaat voor een langere periode niet wordt
gebruikt, moet de netstekker uit het stopcontact worden
getrokken.
Plaatsen van de batterijen (niet bij de levering inbegrepen)
1. Open het batterijdeksel aan de achterzijde.
2. Plaats 8 batterijen van het type UM1/R20 1,5 V. Let op de
juiste polariteit (zie hiervoor bodem van het batterijvakje)!
3. Sluit het deksel van het batterijvakje.
OPMERKING:
Wanneer u een netkabel hebt aangesloten, worden de bat-
terijen automatisch uitgeschakeld.
LET OP:
• Batterijen kunnen lekken en accuzuur verliezen. Als het
apparaat voor langere tijd niet wordt gebruikt, verwij-
der dan de batterijen.
• Gebruik géén verschillende batterijtypes of nieuwe en
gebruikte batterijen samen.
• Batterijen horen niet in het huisafval. Geef verbruikte
batterijen af bij het gemeentelijke milieupark of bij de
handelaar.
WAARSCHUWING:
Stel de batterijen niet bloot aan intense warmtebronne,
zoals zonlicht, vuur en dergelijke. Er bestaat een risico voor
explosie!