3.3
IDENTIFICATIELABEL (Afb. 1)
1.
Geluidsniveau.
2.
CE-conformiteitsteken.
3.
Bouwjaar.
Machinetype.
4.
5.
Serienummer.
6.
Naam en adres van de fabrikant.
7.
Artikelcode.
8.
Maximale snelheid voor de werking van de motor.
9.
Gewicht in kg.
10. Spanning voeding.
11. Elektrische beschermingsgraad.
12. Nominaal vermogen.
BELANGRIJK Gebruik de identificatiegegevens die
aangegeven zijn op het identificatielabel van het product
bij ieder contact met de geautoriseerde werkplaats.
BELANGRIJK Het voorbeeld van de verklaring
van overeenstemming bevindt zich op de
voorlaatste pagina's van de handleiding.
3.4
VEILIGHEIDSSIGNALERINGEN (Afb. 2).
Op de machine staan verschillende symbolen.
Betekenis van de symbolen:
Let op. Lees de aanwijzingen door
alvorens de machine te gebruiken.
Gevaar! Risico op wegschietende
voorwerpen. Houd de personen tijdens
het gebruik buiten de werkzone.
Let op de scherpe snij-inrichting. Steek
uw handen of voeten niet in de holte van
de snij-inrichting. De snij-inrichting blijft
ook na het uitschakelen van de motor
draaien. Verwijder de contactsleutel
(uitschakelinrichting) vòòr het onderhoud.
Alleen voor elektrische
grasmaaiers met netvoeding.
Alleen voor elektrische
grasmaaiers met netvoeding.
BELANGRIJK De beschadigde of onleesbaar
geworden labels moeten vervangen worden. Vraag nieuwe
labels aan uw eigen geautoriseerd Dienstcentrum.
4.
MONTAGE
De veiligheidsnormen die in acht genomen moe-
ten worden, zijn beschreven in hfdst. 2. Neem deze
aanwijzingen strikt in acht om geen ernstige risico's of
gevaren te lopen.
Om vervoers- en opslagredenen worden sommige
onderdelen van de machine niet direct in de fabriek
gemonteerd. Zij dienen na het uitpakken gemonteerd
te worden aan de hand van de volgende instructies.
De machine moet op een vlakke en solide onder-
grond uitgepakt en gemonteerd worden, met voldoende
bewegingsruimte voor de machine en de verpakking,
en steeds met gebruik van geschikte werktuigen. Ge-
bruik de machine niet vooraleer de aanwijzingen van de
sectie "MONTAGE" teneinde gebracht te hebben.
Alvorens de montage uit te voeren, moet men
nagaan of de veiligheidssleutel niet in zijn zitting ge-
plaatst is.
4.1
UITPAKKEN (Afb.3)
4.2
MONTAGE VAN DE ZAK (Afb.4
4.3
MONTAGE VAN DE HANDGREEP (Afb.7
5.
BEDIENINGSELEMENTEN
5.1
CONTACTSLEUTEL
(UITSCHAKELINRICHTING)
De sleutel (afb.16.A), die zich binnenin de holte
van de accu bevindt, schakelt het elektrisch
circuit van de machine aan en uit.
Door de sleutel te verwijderen, schakelt men het
elektrisch circuit volledig uit om een ongecontroleerd
gebruik van de machine te vermijden.
BELANGRIJK Verwijder de contactsleutel
elke keer wanneer u de machine ongebruikt
of onbewaakt achterlaat.
5.2
SCHAKELAARBEDIENING
De bediening van de schakelaar (Afb.17.A,
Afb.17.A.1) start/stopt de motor en schakelt
de maai-inrichting gelijktijdig in/uit.
De aangeduide standen stemmen overeen met:
Starten. Druk voor het starten op
de veiligheidsknop (Afb. 17.A.1),
trek aan de hendel (Afb. 17.A).
Inschakeling van de snij-inrichting. De
start van de motor veroorzaakt de gelijktijdi-
ge inschakeling van de maai-inrichting.
Stoppen. De motor stopt automatisch
met draaien wanneer de hendel
wordt losgelaten (Afb. 17.A).
6.
GEBRUIK VAN DE MACHINE
De veiligheidsnormen die in acht genomen moe-
ten worden, zijn beschreven in hfdst. 2. Neem deze
aanwijzingen strikt in acht om geen ernstige risico's of
gevaren te lopen.
NL - 4
÷
6)
÷15
)